editie 8 / september 2002

Hoe zijn schrijver en vertalers georganiseerd

Het is niet voor iedereen die schrijft, van belang om te weten hoe Nederlandse schrijvers en vertalers georganiseerd zijn, maar misschien wel voor de auteur die zijn maatschappelijk bestaan mede of in hoofdzaak op het schrijven wil grondvesten. Vandaar deze informatie.

 

De auteur die zich wil organiseren, kan zich aanmelden bij twee soorten clubs: de beroepsvereniging en de auteursrechtorganisatie. De overeenkomst tussen beide is gelegen in het belang van de schrijver en vertaler dat door beide behartigd wordt; het verschil bestaat uit de manier waarop, in samenhang met de soorten van behartigde belangen.

 

De beroepsvereniging brengt auteurs op een veel bredere basis samen dan de auteursrechtorganisatie. In de beroepsvereniging wordt gesproken over alle aspecten van het professionele of bijna-professionele bestaan van de auteur, dus over wat een auteur verdient of zou horen te verdienen, in wat voor  media, tegen welke contractuele voorwaarden, met welke vrijheid, wat van het verdiende naar de belasting gaat, hoe een auteur zich verzekert tegen ziekte, welke mogelijkheden de auteur heeft om voor zijn oude dag te zorgen en dergelijke meer.

 

In de auteursrechtorganisatie gaat het in de kern strikt om het auteursrecht van de schrijver en vertaler. Hem wordt gevraagd zijn auteursrecht of een deel van zijn auteursrecht af te staan dat dan vervolgens collectief wordt beheerd. De auteursrechtorganisatie bundelt de auteursrechten van groepen auteurs om die rechten vervolgens tegen de best mogelijke financiële voorwaarden te gelde te maken.

 

De belangen van Nederlandse schrijvers, vertalers, scenarioschrijvers en journalistieke freelancers zoals columnisten en recensenten, worden in de literaire, audiovisuele en journalistiek sector behartigd door de beroepsvereniging Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV). Dat is sinds 1 januari 1999 de nieuwe naam van een vereniging die in 1905 onder de naam 'Vereeniging van Letterkundigen’ door een aantal literaire auteurs werd opgericht. Literaire schrijvers en vertalers, scenarioschrijvers en genoemde  journalistieke freelancers hebben zich binnen de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) georganiseerd in drie afdelingen, elk met een eigen afdelingsbestuur: de Vereniging van Letterkundigen (VVL), het Netwerk Scenarioschrijvers (NS) en de FreeLancers Associatie (FLA).Dus één vereniging met drie afdelingen.

 

Iemand die toetreedt tot de VSenV en die zich aanmeldt bij de VSenV-afdeling van zijn keus (VVL, NS of FLA), heeft de mogelijkheid zich zonder bijbetaling ook bij één of meer andere afdelingen aan te melden. Afdelingen stellen wel toelatingseisen. Zo stelt de VVL als voorwaarde dat men één boekpublicatie op zijn naam moet hebben staan. Het Netwerk Scenarioschrijvers eist één openbaarmaking van een audiovisueel werk. De FLA laat freelancers toe die in een krant of tijdschrift hebben geschreven. 

 

De Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) kent een bestuur dat vanaf 1 januari 1999 samengesteld wordt uit vertegenwoordigers van de besturen van de drie afdelingen, met aan het hoofd een door die vertegenwoordigers aangezochte voorzitter. De VSenV heeft een bureau dat niet alleen werkzaamheden verricht voor de VSenV, maar ook voor de drie genoemde  afdelingen en voor een hele reeks  aanhangende stichtingen, zoals bijvoorbeeld de Stichting Rechtshulp Auteurs, het P.C. Boutensfonds, het Sociaal Fonds Letterkundigen en diverse andere fondsen en stichtingen.

 

Sommige afdelingen kennen werkgroepen, zoals de WerkgroepVertalers en de Werkgroep Jeugdboekenschrijvers, die beide met een eigen werkgroepbestuur functioneren onder de hoede van het afdelingsbestuur van de VVL.

 

Aan het lidmaatschap van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) en van de afdelingen Vereniging van Letterkundigen (VVL), Netwerk Scenarioschrijvers (NSS) en de FreeLancersAssociatie (FLA) zijn naast de verplichting tot een jaarlijkse contributie concrete voordelen verbonden. Die contributie zal voor veel auteurs trouwens fiscaal aftrekbaar zijn en daarmee ies minder hoog dan op het eerste gezicht lijkt. In ruil daarvoor krijgt men toegang tot adviezen over tarieven, contracten en andere professionele aangelegenheden op vele terreinen. In de vorm van bulletins, nieuwsbrieven, websites en bijeenkomsten ontvangt men informatie over actuele auteursrechtelijke en vooral contractuele ontwikkelingen. Ook geeft het lidmaatschap korting op een auto-, ziektekosten- of arbeidsongeschiktheidsverzekering, waardoor de feitelijke financiële bijdrage per saldo nog verder kan zakken. 

 

Bij tijdelijke financiële problemen kan men een beroep doen op een sociaal fonds. Ook is er de mogelijkheid om financiële steun te vragen bij de opbouw van een oudedagsvoorziening.

 

Via de VSenV heeft men als lid van de VSenV toegang tot de Stichting Rechtshulp Auteurs die financiële steun verleent bij het verkrijgen van juridische steun in professionele geschillen, zoals ook aangeslotenen bij LIRA een beroep op die stichting kunnen doen. De Stichting Rechtshulp Auteurs vormt een sprekend voorbeeld van de manier waarop beroepsvereniging en auteursrechtorganisatie kunnen samenwerken. Ten behoeve van auteurs zijn in Nederland stichtingen werkzaam die een product zijn van de samenwerking tussen de VSenV en LIRA, toegankelijk zowel voor leden van de VSenV als voor aangeslotenen bij LIRA en bestuurd door vertegenwoordigers van beide organisaties. Je zou het zo kunnen zien: de beroepsvereniging en de auteursrechtorganisatie hebben op het speelveld dat tussen hen in ligt, als het ware diverse hulpposten opgericht die zowel aan VSenV-leden als aan LIRA-aangeslotenen assistentie verlenen, soms onder voorwaarden die voor VSenV-leden net iets anders zijn dan voor LIRA-aangeslotenen. .

 

Ook het Contractenbureau is zo’n soort gezamenlijke hulppost. Het Contractenbureau beperkt zijn werkzaamheden voorlopig nog even tot scenarioschrijvers, maar staat in beginsel open voor zowel VSenV-leden als voor LIRA-aangeslotenen. Bij het Contractenbureau kan men tegen een zeer gematigde prijs hulp krijgen bij individuele onderhandelingen met audiovisuele producenten en in de toekomst waarschijnlijk ook andere opdrachtgevers en uitgevers.

De VSenV en de drie afdelingen (VVL, NS en FLA) zijn aldus te bereiken: 

Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV)

Korte Leidsedwarsstraat 12

1017 RC Amsterdam

Tel: 020 - 624 08 03

Fax: 020 - 624 77 55

E-mail: bureau@vsenv.nl

www.schrijversenvertalers.nl

of: www.vsenv.nl

 

Naast tolken en juridische en technische vertalers vindt een groep literaire vertalers onderdak bij de Nederlandse Genootschap van Tolken en Vertalers (NGTV) te Zeist. Het NGTV-secretariaat is gevestigd op het adres: Heidestein 7, 3971 ND Driebergen. Telefoon: 0343-518 904. Fax: 0343 - 516 776. Website: www.ngtv.nl.

 

Lange tijd was Buma/Stemra de enige auteursrechtorganisatie die in Nederland - met een vergunning van de overheid - actief was, en wel op het terrein van het muziekauteursrecht. Dat is de laatste decennia nogal veranderd. Het was enerzijds de rijksoverheid zelf die via wetgeving zogenoemde eigen-recht-organisaties in het leven begon te roepen. Anderzijds waren het rechthebbenden die op vrijwillige basis tot samenvoeging van hun rechten en aanspraken besloten. 

 

Waar men in andere delen van Europa een langdurige en uitgebreide traditie van collectief beheer van rechten en daarmee van auteursrechtorganisaties heeft, duurde het in Nederland betrekkelijk lang voordat Buma/Stemra een hoop broertjes, zusjes en eigenrechtelijke buren naast zich kreeg. De druk achter die ontwikkeling kwam van steeds weer nieuwe verspreidingswijzen van auteursrechtelijk beschermde werken: verspreiding via de fotokopieermachine, verspreiding via de kabel, verspreiding via bibliotheken. De vergoedingen voor rechthebbenden op die steeds weer anders, in grote hoeveelheden  verspreide geschriften, beelden en vormen moesten noodgedwongen, op praktische gronden, wel op een andere manier geïncasseerd worden. Daar had je organisaties voor nodig die aan de ingang grote of vrij grote bedragen incasseerden om ze vervolgens na een administratief verdelingsproces aan de uitgang onder individuele rechthebbenden te verdelen.

 

Zo kwam het dat er in Nederland thans twee soorten auteursrechtorganisaties gingen ontstaan: de verplichte en de vrijwillige. Inmiddels bestaan er drie verplichte eigen-recht-organisaties in Nederland: de Stichting Reprorecht die vergoedingen incasseert voor reprografisch vervaardigde kopieën, de Stichting Thuiskopie die zich bezig houdt met gegevensdragers waarop gekopieerd wordt, zoals lege cd-schijfjes en lege videobanden, en tenslotte de Stichting Leenrecht die bij bibliotheken vergoedingen incasseert voor wettelijk toegestane uitleningen.

 

Van de verplichte auteursrechtorganisaties kunnen de vrijwillige auteursrechtorganisaties goed onderscheiden worden. Het bestaan van de vrijwillige is als zodanig niet verankerd in de Auteurswet. Zij zijn het product van een particulier of collectief initiatief, zoals bijvoorbeeld de Stichting LIRA die zich op schrijvers en vertalers richt, de Stichting PRO die de rechten en aanspraken van uitgevers bundelt, de Stichting De Visuelen die werkt ten gunste van fotografen, illustratoren en ontwerpers.

 

Bij een eigen-recht-organisatie kan men zich niet aansluiten. Een eigen-recht-organisatie ontleent zijn juridische status aan de Auteurswet, vaak gecombineerd met de Wet op de Naburige Rechten. De eigen-recht-organisatie wordt in die wetten genoemd als een organisatie, op een bepaalde wijze samengesteld, die door de minister van Justitie in overeenstemming met zijn collega van OCW wordt aangewezen om en masse vergoedingen te incasseren vanwege bepaalde wettelijk toegestane handelingen, zoals fotokopiëren, privé-kopiëren en uitlenen. Die vergoedingen worden geïncasseerd ten gunste van individuen en bedrijven (meestal uitgevers en andere producenten) die een auteursrecht of naburig recht of een andere geldige aanspraak op de gekopieerde of uitgeleende werken hebben. Voor de feitelijke verdeling maakt de eigen-recht-organisatie vaak gebruik van vrijwillige auteursrechtorganisaties, zoals LIRA, PRO en De Visuelen. Het voordeel is onder meer dat deze vrijwillige organisaties kennis hebben van in elk geval een segment van de groep rechthebbenden.

 

De vrijwillige auteursrechtorganisatie is een product van de vrijwillige vereniging van heel specifieke soorten rechthebbenden rond een gemeenschappelijk recht of aanspraak. In 1986 verenigden auteurs zich in de Stichting LIRA om zich gezamenlijk sterk te maken voor hun aandeel in de kabelrechtvergoedingen. Een aantal jaren daarna kwamen daar de thuiskopievergoedingen bij. Weer later ging het om de leenrechtvergoedingen. En recent kwamen daar tenslotte wat reprorechtvergoedingen bij.

 

Auteurs sluiten zich aan bij de Stichting LIRA door het ondertekenen van een aansluitingscontract. Door ondertekening van dat contract vertrouwen zij LIRA het beheer over een aantal rechten toe, auteursrechten die zij op andere, individuele wijze toch niet te gelde zouden kunnen maken. Centraal in die zogenoemde fiduciaire overdracht van rechten staan de kabelrechten. Sinds de opkomst van de kabel in de laatste twee decennia van de vorige eeuw heeft er een langdurige juridische strijd over die rechten gewoed. Het ging daarbij om de vraag of de kabelexploitanten die op abonnementsbasis de programma's van de diverse zenders doorgaven aan abonnementsgeld betalende kijkers, een gedeelte van dat abonnementsgeld af moesten staan als auteursrechtelijke vergoeding voor die doorgifte.

 

Beslissend daarbij was de vraag of de kabeldoorgifte in juridische zin een 'nieuwe openbaarmaking' was. Zo ja, dan moest er voor betaald worden. Indien het geen nieuwe openbaarmaking was, dan konden de makers en producenten van de doorgegeven werken geen aanspraak maken op een vergoeding. Na een langdurige procedure besliste de rechter dat het om een nieuwe openbaarmaking ging. Er moest dus voor betaald worden.

 

Om ervoor te zorgen dat ook de auteurs van doorgegeven programma’s hun deel van de kabelrechtvergoedingen zouden krijgen, verzamelden schrijvers en vertalers zich in een nieuwe auteursrechtorganisatie, de Stichting LIRA. Zij droegen hun kabelrechten aan LIRA over en werden op die manier aangeslotene van de Stichting LIRA.

 

Overdracht van kabelrechten is nog altijd voorwaarde voor elke aansluiting bij LIRA. Eenmaal in het bezit gesteld van die kabelrechten kan LIRA aanschuiven aan de onderhandelingstafel waaraan kabelexploitanten en groepen rechthebbenden plaats genomen hebben om met elkaar over vergoedingen te spreken.

 

Op alle werken van schrijvers en vertalers rusten (ook) kabelrechten. Dichters die hun gedicht door Nederlandse publieke zenders over de radio of op de tv voorgelezen horen, hebben het recht om bij de uitzendende instantie een uitzendvergoeding te claimen, naast een kabelrechtvergoeding bij LIRA. Datzelfde geldt voor schrijvers en vertalers van verhalen, romans, columns, tv-spelen, tv-series, hoorspelen etc. .

 

Voor het verkrijgen van inlichtingen en voor het opvragen van aansluitingscontracten:

 

Stichting LIRA

Postbus 3060

2130 KB Hoofddorp

 

Bezoekadres: 

Siriusdreef 22-28

2132 WT Hoofddorp

 

Tel: 023 - 799 78 06

Fax: 023 - 799 77 00

E-mail: lira@cedar.nl

Website: www.cedar.nl

 

KH

 

 

 

Lira en de Nederlandse auteur: aangesloten of niet?

Dit verhaal begint meteen vaak voorkomend misverstand. Auteurs die via de Stichting LIRA leenrechtuitkeringen ontvangen, menen soms dat zij bij de Stichting LIRA aangesloten zijn. Dat is vaak niet het geval. Er zijn meer dan 10.000 auteurs die van LIRA geld ontvangen; van hen zijn er ca.2000 bij LIRA aangesloten.

LIRA kent drie soorten auteurs met wie ze relaties onderhoudt: de auteur die bij LIRA is aangesloten; de auteur die is aangesloten bij LIRA en die stemrecht heeft in de aangeslotenenvergadering; en tenslotte :de auteur die niet bij LIRA is aangesloten, maar wel geld van LIRA ontvangt, zoals de auteur die van LIRA alleen leenrechtgelden ontvangt.

 

Om aangeslotene van de Stichting LIRA te worden dient de auteur een aansluitingscontract te tekenen. Het contract kan bij LIRA opgevraagd worden. In dat aansluitingscontract draagt de schrijver of vertaler een beperkt aantal auteursrechten in beheer aan LIRA over, met als kern: zijn kabelrechten. Na die overdracht is de auteur aangesloten bij LIRA (of aangeslotene van LIRA). Aan die aansluiting bij LIRA zijn geen kosten verbonden. Alleen een handtekening onder een overeenkomst met LIRA volstaat.

 

Om te kunnen stemmen tijdens de jaarlijkse ledenvergadering moet een auteur niet alleen aangesloten zijn, maar ook enig financieel belang bij LIRA hebben. Dat financiële belang kan komen uit kabelrechtgelden, thuiskopiegelden, leenrechtgelden of andere auteursrechtelijke vergoedingen die LIRA voor de auteur uit de markt haalt. Een aangeslotene die wil promoveren tot de status van een stemrechthebbende aangeslotene, moet statutair gedurende drie aaneengesloten kalenderjaren tenminste gemiddeld 10 euro per jaar van LIRA hebben ontvangen. Dat is dus heel weinig en mag nauwelijks als een hinderlijke barrière gelden. Met die regel wordt voorkomen dat pro-forma-aangeslotenen zonder enig materieel belang blij LIRA hun wil op zouden kunnen leggen aan auteurs die daadwerkelijk enig inkomen via LIRA verwerven.

 

Naast de aangeslotene en de stemrechthebbende aangeslotene zijn er auteurs, vooral leenrechtgeld-ontvangers, die met LIRA geen enkele contractuele relatie onderhouden. Dat is goed en kan best zo blijven, maar aan professionele of semi-professionele auteurs zou ik toch het advies willen geven zich bij LIRA aan te sluiten. Het kost niets en in het beste geval levert het iets op. Ik kwam kort geleden nog een cabaretier tegen die de aanbetaling voor zijn eerste koophuis had kunnen financieren uit de kabelgelden die hij van LIRA ontving. Zo’n hoog bedrag zal niet voor iedereen weggelegd zijn, maar je weet maar nooit.

 

KH

 

 

Lira's aangeslotenenvergadering 2002

De jaarlijkse aangeslotenenbijeenkomst van LIRA werd op 25 mei 2002 gehouden in het Okura Hotel. Vijfendertig aangeslotenen waren er aanwezig, van wie zesentwintig stemgerechtigd waren, zodat de vergadering statutair geldige besluiten kon nemen.

Vier geldstromen

LIRA’s voorzitter Kees Holierhoek gaf een terugblik op de activiteiten in het jaar 2001 en stond even stil bij het feit dat LIRA thans vier belangrijke geldstromen incasseert: kabelrechtgelden, thuiskopiegelden, leenrechtgelden en sinds kort ook reprorechtgelden.

Van die reprorechtgelden valt ook nog wel enige groei te verwachten, nu de Auteurswet zodanig is gewijzigd dat ook het bedrijfsleven binnenkort reprorechtgelden af zal gaan dragen. Tot nu toe bleef de incasso van reprorechtgelden, bedoeld als vergoeding voor het kopiëren op kopieerapparaten, altijd nog beperkt tot ministeries, scholen, bibliotheken, waterschappen en soortgelijke instellingen van algemeen belang. Recente wetgeving raakt echter het hele bedrijfsleven en zal, wellicht met enig rumoer, de incasso belangrijk doen stijgen.

 

Contactenbureau

Het Contractenbureau is sinds begin 2002 een feit. De Stichting LIRA heeft dit bureau samen met de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV)  opgericht om in eerste instantie scenarioschrijvers bij te staan in hun onderhandelingen met opdrachtgevers. Het Contractenbureau zal geen promotionele activiteiten ondernemen voor aangesloten auteurs. Dat wil zeggen: het zal geen werk van auteurs onder potentiële opdrachtgevers verspreiden om zo nieuwe opdrachten uit te lokken.. Het treedt alleen op als een auteur benaderd wordt voor een scenario-opdracht. Het is de bedoeling dat de werkzaamheden in de toekomst worden uitgebreid tot andere groepen van auteurs die lid zijn van de VSenV of aangesloten

bij LIRA. 

Mw. Susan Schaeffer is coördinator van het Contractenbureau. Zij wordt bijgestaan door twee juristen/advocaten en een administratieve afdeling. Het Contractenbureau is gevestigd te Hoofddorp ten kantore van Cedar. Het bestuur bestaat uit twee LIRA-vertegenwoordigers en één VSenV-vertegenwoordiger.

 

Fout in software

Bij de uitbetaling van de leenrechtgelden over het jaar 2001 moest geconstateerd worden dat er een fout in de software terecht was gekomen die er voorheen niet in zat. De berekening van de bedragen die werden uitgekeerd, was correct, maar sommige cijfers op de uitbetalings-specificaties waren dat niet. Het LIRA-bestuur en Cedar BV die in deze zaak afhankelijk waren van Buma’s automatiseringsafdeling, hebben de zaak ernstig opgenomen. Er is een onderzoek gedaan naar de oorzaak. Elke kans op een fout als deze dient immers in de toekomst vermeden te worden. De fout is gevonden en hersteld. Buma’s automatiseringsafdeling heeft verklaard dat er maatregelen zijn getroffen, waardoor een fout als deze niet meer voor kan komen.

 

Financiën

De kerncijfers van LIRA’s jaarrekening 2001, door de register-accountant gecontroleerd en goedgekeurd, laten zien dat de inkomsten door een geringere repartitie iets onder het niveau van het jaar 2000 uitgekomen zijn, maar dat overigens de stijgende lijn van eerdere jaren wordt voortgezet. Wel zijn de uitgaven belangrijk gestegen, maar dat lijkt een incidentele stijging te zijn, omdat in het jaar 2001 een aantal incidentele kosten ten laste van het resultaat zijn gebracht. Die stijging van lasten zit voor een groot deel in de post Overige Kosten. Onderdeel daarvan vormen onder meer een flink aantal ‘dubieuze debiteuren’. Het betreft hier onder meer oude claims op de publieke omroepen ter grootte van in totaal meer dan twee ton. LIRA’s directeur André Beemsterboer legde uit dat de juridische basis voor gerechtelijke stappen wellicht onvoldoende sterk zou zijn. Daarom is besloten deze vorderingen in één keer af te boeken.

 

Stuwmeer

Het belangrijkste financiële probleem dat LIRA heeft, is een luxe-probleem: het stuwmeer van gelden die nog niet aan leenrechthebbenden konden worden uitgekeerd. Die rechthebbenden zijn enerzijds Nederlandse, anderzijds buitenlandse auteurs. Bij de Nederlandse auteurs moet de oorzaak gezocht worden in het ontbreken van adres- en bankgegevens. Daar wordt nog steeds op allerlei manieren naarstig naar gezocht. Bij buitenlandse auteurs ligt het probleem in de relatie die LIRA aan moet gaan met buitenlandse organisaties.  Er zijn hoopgevende contacten met Engelse zusterorganisaties, contacten die 

wellicht ook zullen leiden tot betalingen, niet alleen aan Britse, maar ook aan bijvoorbeeld Amerikaanse auteurs. Bestaande relaties met Duitsland (VG Wort), België (SABAM) en Frankrijk (SOPHIA) worden voortgezet en verder ontwikkeld.

 

Bestuursverkiezingen

Nicolaas Matsier en Willem Capteyn worden door de vergadering unaniem tot bestuurslid van LIRA herkozen. Het bestuur ziet er nu als volgt uit: Kees Holierhoek (voorzitter), Willem Capteyn (vice-voorzitter), Rien Verhoef (penningmeester), Nelleke van Maaren (secretaris), Marjan Berk en Nicolaas Matsier (leden).

 

Digitenne in plaats van kabel?

LIRA’s directeur André Beemsterboer geeft een uiteenzetting over Digitenne. Digitenne is een digitale antenne is waarlangs straks 30 televisie- en 40 radiokanalen zijn te ontvangen. Digitenne-projecten lopen ook in Engeland, Duitsland en Spanje, al lopen die projecten niet overal helemaal naar wens. Digitenne is een goed alternatief voor de distributie van auteursrechtelijk beschermde werken via de kabel. En daar zit hem nu juist ook het probleem. 

Hoewel Digitenne-exploitanten heel veel gelijkenis vertonen met kabelexploitanten, vinden zijzelf dat ze met Digitenne geen nieuwe openbaarmaking leveren, maar daar slechts de infrastructuur voor leveren. Zij wijzen daarbij op de systematiek van Digitenne: de NOS is de feitelijke eigenaar van Digitenne en Multiplex faciliteert de eigenlijke uitzending. 

Daartegenover stelt LIRA dat het om een secundaire openbaarmaking gaat, net als bij de kabelexploitatie. Het alternatief lijkt voor de uitzendende instantie ook niet erg aantrekkelijk, omdat dan alsnog aanvullend met iedere rechthebbende op het uit te zenden werk separaat tot overeenstemming over deze andere exploitatievorm dient te worden gekomen. 

Het is niet onmogelijk dat de rechter, net als in de tijd van de kabelprocedures, ook ten aanzien van de Digitenne-doorgifte uiteindelijk zal moeten uitmaken of LIRA gelijk heeft. Tot die tijd gaat LIRA ervan uit dat Digitenne gewoon moet betalen voor secundaire openbaarmaking, met als aantrekkelijk gevolg dat een eventuele vervanging van een gedeelte van de  kabelverspreiding door een gedeeltelijke Digitenne-verspreiding financieel voor auteurs zo veel mogelijk zonder nadelige gevolgen zou blijven.

 

Leenrechtgelden

De voorzitter constateert dat de teruggang in de te verdelen leenrechtgelden vooral een gevolg lijkt van teruglopende aantallen boek-uitleningen. Deze dip is waarschijnlijk te wijten aan een aantal maatregelen die de bibliotheken, nu zij voor elke uitlening moeten betalen, zelf hebben genomen. In diverse bibliotheken beperken nieuwe regels het aantal boeken dat in één keer mee naar huis genomen mag worden.

De daling in het aantal uitleningen van boeken zal waarschijnlijk in samenwerking met het NBLC worden onderzocht. Een eerste onderzoek onder leners, uitgevoerd door het Bureau veldkamp, levert vrijwel geen klachten op over de hoogte van de uitleenprijs.

De afspraken met het NBLC, gemaakt in de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen, zullen per 1januari 2005 resulteren in de prijs van een euro-dubbeltje per boekuitlening, nog te verhogen met de onderweg in dat tarief onder te brengen inflatie-correcties.

De daling in uitleningen lijkt inmiddels tot stilstand te zijn gekomen. Het aantal lijkt zich te stabiliseren op een niveau van ca.145-150 miljoen boekuitleningen per jaar, waar er voorheen sprake was van rond de 160 miljoen boekuitleningen.

 

Pensioenvoorzieningen 

Het LIRA-bestuur volgt met grote belangstelling de ombouw van de door Buma opgerichte Stichting Aena tot een algemeen beroepspensioenfonds voor diverse soorten zelfstandig werkzame kunstenaars. In eerste instantie worden in dat beroepspensioenfonds gelden gestort ten gunste van kunstenaars die van de nationale cultuurfondsen werkbeurzen en dergelijke ontvangen. De staatssecretaris van Cultuur en Media heeft daarvoor structureel 10% van de loonverwante componenten in die werkbeurzen en opdrachthonoraria als extra geld beschikbaar gesteld. Die 10% wordt door het ministerie van OCW op rekening van de verzekeraar Kunst & Cultuur gestort. Daarmee is het fundament voor een beroepspensioenfonds voor zelfstandige kunstenaars gelegd.

Dat pensioengebouw wacht op verdere uitbouw. Een volgende verdieping zal wellicht gebouwd gaan worden door de auteursrechtorganisaties. Buma heeft in dat verband besloten 3% van de socu-inhouding toe te voegen aan het pensioenfonds. Daar merkt de componist of tekstdichter niks van, want die gelden worden toch al op zijn inkomsten ingehouden. Wel wordt door deze lage toegangspremie tot het pensioenfonds tegelijk een volgende verdieping mogelijk, en wel op basis van eigen bijdragen van pensioenverzekerden. Onder gunstige fiscale voorwaarden kan de pensioenverzekerde door eigen bijdragen zijn pensioenuitkering op 65-jarige leeftijd positief beïnvloeden.

Het bestuur van LIRA zal zich na de zomervakantie gaan beraden of het voor auteurs die geld van LIRA ontvangen, gunstig is dit voorbeeld van Buma te volgen. Ook bij LIRA zullen individuele auteurs van een en ander financieel, dus in hun uitkeringen, niks merken.

 

BvdL/KH

 

 

Lira's financien toegelicht

Wie de jaarrekening van LIRA beziet, waant zich al snel in de omgekeerde wereld: jaarlijks wordt alles op alles gezet om 'de uitgaven te verhogen', elk jaar blijkt er toch weer meer te zijn binnengekomen dan uitgegaan en is het saldo dus weer aangegroeid. Tussen 1996 en 2001 liep het totaal van de nog te verdelen gelden op van ruim vijf tot bijna twintig miljoen euro.

Dit wonderlijke luxeprobleem heeft deels structurele oorzaken. Collectieve inning van rechten brengt meestal met zich mee dat er grote ronde bedragen aan een verdeelorganisatie worden betaald - de opzet is immers dat de betalende partij haar verplichtingen in één keer afkoopt en niet met alle rechthebbenden apart hoeft af te rekenen. Maar de gelden zijn bestemd voor vele rechthebbenden, die zonder overdreven kosten te maken soms moeilijk te vinden zijn. (In deze zin is LIRA weer een bedrijf als ieder ander: het probeert zijn taak - de verdeling van gelden onder rechthebbenden - tegen zo laag mogelijke kosten te verrichten.)

 

Lang niet alle rechthebbenden kunnen evenwel rechtstreeks worden opgespoord - veelal doordat de administratieve systemen waaraan de benodigde gegevens worden ontleend, lacunes vertonen. Zo put LIRA voor de uitvoering van het leenrecht uit de gegevens van bibliotheken omtrent uitgeleende werken, maar blijken deze vaak onvolledig en deels onbruikbaar (soms doordat ze - zoals bij oudere uitgaven - in die werken zelf ontbreken). Het gevolg is dat de koppeling tussen uitlening en rechthebbende hapert.

 

Aldus ontstaat in de loop der jaren gaandeweg een reservoir van niet-uitgekeerde gelden. Op zeker moment wordt besloten deze gelden toe te voegen aan de uit te keren gelden - en feitelijk dus te verdelen onder de wel bekende rechthebbenden - zodat het stuwmeer daalt. Daarbij tracht LIRA een redelijke vervaltermijn voor nakomende claims te hanteren, zonder daarvoor weer al te hoge bedragen te hoeven reserveren. Vrij gebruikelijk is om na vijf jaar onverdeelde gelden te laten vrijvallen, maar soms is zelfs die termijn te kort om in redelijkheid alles te ondernemen teneinde gelden te bestemder plaatse te krijgen.

 

Dit laatste geldt bijvoorbeeld voor de leenvergoeding aan buitenlandse auteurs - een tweede voorname oorzaak van het stuwmeer aan onverdeelde gelden. Aangezien het ondoenlijk en onpraktisch is deze gelden direct aan de rechthebbenden uit te keren, probeert LIRA tot afspraken te komen met buitenlandse zusterorganisaties, maar daarbij doen zich principiële problemen voor die soms pas na lange tijd zijn op te lossen.

 

Zo stelt LIRA in beginsel de eis van wederkerigheid: er wordt zo mogelijk een overeenkomst aangegaan met een zusterorganisatie die eenzelfde auteursrechtelijke geldstroom náár Nederland kan verzorgen. Als Duitsland een leenvergoeding uitkeert, willen de in het Duits vertaalde Nederlandse auteurs ook graag hun aandeel ontvangen. Verder moet zo'n buitenlandse zusterorganisatie bereid en in staat zijn een vrijwaring af te geven, dat wil zeggen LIRA te vrijwaren van individuele aanspraken van buitenlandse rechthebbenden. Daartoe moet zo'n organisatie vaak dus gemachtigd zijn om namens die rechthebbenden op te treden. Maar doordat er in sommige landen helemaal geen instantie bestaat die met LIRA te vergelijken is, verlopen de onderhandelingen op dit terrein vaak moeizaam en traag, terwijl de gelden waarop men ginds recht heeft intussen gestaag aangroeien. En daarbij kan het om aanzienlijke bedragen gaan: zo worden Amerikaanse auteurs zeer veelvuldig uitgeleend, en dan loopt de 30% van het auteursgedeelte van de Nederlandse leenvergoeding waarop zij recht hebben (70% gaat naar de Nederlandse vertalers) in een aantal jaren op tot ettelijke miljoenen. Gelukkig is LIRA nu vergevorderd met een overeenkomst met de Britse ALCS, die zich niet alleen tot Engelse auteurs zal beperken, maar zich ook zal uitstrekken tot Engelstalige auteurs elders op de wereld.

 

Zo zal LIRA hopelijk op korte termijn de structurele geldberg ietwat kunnen afgraven. Het is weliswaar onvermijdelijk dat die steeds weer aangroeit, maar het gaat om het evenwicht. Daarbij moet worden gelaveerd tussen een redelijke 'verjaringstermijn' voor nakomende claims en onevenredige kosten om rechthebbenden te achterhalen of te bedienen.

 

RV

 

 

Subsidies Lira Fonds

Wat is LIRA?

 

De Stichting Literaire Rechten Auteurs (LIRA) int en verdeelt de auteursrechtelijke vergoedingen die worden betaald door kabelexploitanten (voor de doorgifte van televisieprogramma’s) en bibliotheken (voor het uitlenen van boeken en tijdschriften). Een deel van deze gelden wordt, ingevolge internationale afspraken en overheidsrichtlijnen ingehouden ten behoeve van sociale en culturele doeleinden.

 

Wat is de Stichting LIRA Fonds?

 

De Stichting LIRA Fonds beheert de gelden die bestemd zijn voor culturele doeleinden, en verdeelt deze in de vorm van subsidies voor activiteiten onder meer op het gebied van theater en literatuur. Zij wordt daartoe bijgestaan door een Adviescommissie bestaande uit vier externe deskundigen en twee LIRA-bestuursleden. De Adviescommissie vergadert een maal per kwartaal en brengt advies uit over de binnengekomen aanvragen aan het LIRA-bestuur.

 

Wat zijn de doelstellingen van het LIRA Fonds?

 

In het algemeen gesproken: het stimuleren van het tot stand komen en uitdragen van Nederlands literair en dramatisch werk in de breedste zin. Bijzondere aandacht gaat uit naar projecten die moeilijk binnen de voorwaarden van de bestaande overheidsfondsen zijn in te passen. Het belangrijkste criterium voor subsidiering is kwaliteit.

 

Wie kunnen subsidie aanvragen?

 

In het algemeen kunnen alleen rechtspersonen (verenigingen en stichtingen) subsidie aanvragen, geen individuele personen. De subsidies zijn in de eerste plaats bestemd voor auteursvergoedingen (auteurshonoraria voor schrijfopdrachten,  (toneel-)vertalingen,  literaire manifestaties e.d.) ten behoeve van incidentele projecten en vormen een bijdrage aan het tekort op de begroting.  Subsidies worden verleend in de vorm van een garantiesubsidie, waarop eventueel een voorschot mogelijk is.

 

Hoe subsidie aan te vragen?

 

Aanvragen dienen uiterlijk 3 weken voor de vergaderingen van de Adviescommissie in achtvoud te worden ingediend bij het bureau van de Stichting LIRA Fonds en voorzien te zijn van een duidelijke begroting. Na de vergadering van 5 september 2002 vindt de eerstvolgende vergadering van de Adviescommissie plaats op 6 december 2002.

 

 

Vertaaltijdschrift Filter vernieuwd

Het tijdschrift Filter bestaat ruim acht jaar. Het heeft zich in de loop van die jaren ontwikkeld van een publicatie die in eerste instantie was bedoeld voor mensen die zich op wetenschappelijk vlak met vertalen bezighouden - de vertaalwetenschappers aan de verschillende universiteiten - tot een blad dat zich richt tot een veel bredere doelgroep. Iedereen die zelf vertaalt, belangstelling heeft voor vertalen, vertaalopvattingen, vertaalproblemen of geïnteresseerd is in de sociale aspecten van het literaire vertaalbedrijf, kon er de laatste jaren interessante artikelen in vinden, vaak in een boeiende, toegankelijke stijl geschreven. Ook kwamen geleidelijk aan steeds meer vertalers zelf aan het woord, over hun eigen werk of dat van anderen. Kortom, het blad groeide geleidelijk aan uit tot een volwassen publicatie, maar het bleef het aanzien houden van een aardig clubblad.

 

De overgang naar een andere uitgever leek het juiste moment om ook het uiterlijk van het blad aan te passen aan de bredere inhoud en er een echt tijdschrift van te maken. Het eerste nummer van het vernieuwde Filter werd op 8 april j.l. in de Utrechtse universiteit met enige feestelijkheid aangeboden aan Aad Nuis, de vroegere staatssecretaris van Cultuur die de letteren altijd een goed hart heeft toegedragen. Het LIRA Fonds heeft een substantiële financiële bijdrage geleverd aan Filter in de nieuwe vormgeving.

 

Het eerste dat opvalt is dat het blad van een `tijdschrift voor `vertalen & vertaalwetenschap' een `tijdschrift over vertalen' is geworden, volgens de nieuwe ondertitel. En dat strookt  met de ontwikkeling die in de loop der jaren in het blad heeft plaatsgevonden. Dit eerste nieuwe nummer bevat onder meer een artikel van Matthijs Bakker, De vertaler als butler, waarin hij de vertaalopvattingen van Kristien Hemmerechts onder de loep neemt. Hemmerechts  vindt dat de vertaler zich moet conformeren aan het bestaande Nederlands, het zogenaamde `gladstrijken' van de oorspronkelijke tekst, terwijl Bakker een lans breekt voor inventiever vertalen, inclusief de hobbels en kuilen die in de oorspronkelijke tekst te vinden zijn.

Verder een aantal bijdragen van vertalers (o.m. Barber van de Pol en Jan Pieter van der Sterre) over vertalingen uit het jaar 2001 die zij het meest interessant vonden of in elk geval graag nog van commentaar willen voorzien. En Hans van Pinxteren pareert in Mag je als vertaler bijsturen de kritiek - die zoals hij zegt `als een visgraat in mijn keel is blijven steken' - dat hij in zijn vertaling van Balzacs La cousine Bette veel te vrij te werk is gegaan en dat de lezer niet Balzac, maar Hans van Pinxteren leest. Ook is er een doortimmerd stuk van Ilse Logie over cultuurgebonden citaten in het werk van Manuel Puig, met name citaten die aan de Argentijnse tangocultuur zijn ontleend en zich uiterst moeilijk laten omzetten in een taal die deze cultuur niet kent.

 

Het is kortom een boeiend en heel leesbaar nummer geworden dat veel belooft voor de toekomst van het vernieuwde Filter. Terwijl ik dit schrijf, valt het tweede nummer overigens al op de mat en zie ik in de gauwigheid dat het een hommage is aan de vertaler Hugo Claus en  dat het een onbekende vertaling uit de literaire nalatenschap van Ida Gerhardt bevat. Plus, voor de computerfreaks onder ons,  een artikel over het vertaalprogramma Tovertaal, dat door Martin de Haan werd uitgeprobeerd

 

Filter wordt uitgegeven door Uitgeverij Vantilt, Dommer van Poldersveldtweg 14, 6521 ND Nijmegen. Een jaarabonnement kost 27 euro.

 

NVM

 

 

Berichten

Leenrecht uit Groot-Brittannië

- Schrijvers wier boeken in het Engels zijn vertaald en in Groot-Brittannië door de openbare bibliotheken worden uitgeleend, kunnen zich via LIRA bij de Britse organisatie PLR (Public Lending Right) inschrijven. Erfgenamen van schrijvers kunnen dat als gevolg van de Engelse regels helaas niet. Alleen boeken die u bij PLR heeft geregistreerd, komen in aanmerking voor een vergoeding. De jaarlijkse einddatum voor aanvragen is 30 juni. 

 

Mechanische Reproductierechten

- Omroeporganisaties leggen auteursrechtelijk beschermde werken vast op beeld- en geluidsdragers. Zij doen dit niet alleen ten behoeven van hun uitzendingen. In toenemende mate verschijnen omroepproducties in de vorm van video-en audiobanden alsook dvd’s op de consumentenmarkt.

Indien uw werk mechanisch is vastgelegd en deze vastlegging door de detailhandel wordt verkocht, kunt u daar vaak een vergoeding voor krijgen. Met name vertalers van tekenfilmseries die hun vertalingen maken ten behoeve van na-synchronisaties, zien hun werk veelvuldig “in de winkels liggen”. Een vergoeding kan alleen worden geïncasseerd, indien u de vastleggingsrechten op uw werk niet heeft afgestaan en u zich ook voor dit zogenoemde mechanisch reproductierecht via een aansluitingscontract bij LIRA heeft aangesloten.

 

Kabelrechten Buitenland

- Kabelgelden voor uitgezonden werken op radio en tv van onze aangeslotenen in het buitenland kunnen via onze zusterorganisaties worden geïnd. Met de volgende landen hebben wij een wederkerigheidscontract:

België Italië

Brazilië Polen

Duitsland Portugal

Frankrijk Spanje

Groot-Brittannië Zwitserland

Israël

Onze Duitse zusterorganisatie keert alleen kabelgelden uit voor uitgegeven werken, dus voor boeken. LIRA zelf keert kabelgelden uit voor uitzendingen van televisieseries, -films, hoorspelen en overig literair- en literair-dramatisch werk, zoals gedichten, essays, columns en hoorspelen. 

Wij verzoeken u vriendelijk, indien uw werk in bovenstaande landen is uitgezonden, LIRA daarvan op de hoogte te stellen. 

 

Meer informatie over mechanische rechten en kabelrechten buitenland kunt u krijgen bij Chantal van Sluis: telefoon: (023) 799 70 21; e-mail: chantal.van.sluis@cedar.nl 

Op datzelfde adres kunt u terecht voor aansluitcontracten.

 

Woutertje Pieterse Prijs

- In het vorige bulletin werd melding gemaakt van het boekje “Aangaande het wouterschap”, uitgegeven ter gelegenheid van het derde lustrum van de door LIRA ondersteunde Woutertje Pieterse Prijs. De eerste 25 personen die ons een e-mail met onderwerp “boekje Woutertje Pieterse Prijs”, krijgen dit boekje thuisgestuurd.

Tevens hebben wij nog enkele exemplaren van “Sans Rancune” van Wim T. Schippers en “Televisiedrama: podium voor identiteit” van Sonja de Leeuw in voorraad. Geïnteresseerden sturen snel een e-mail aan LIRA! Op is op.

 

 

Waar denken we over?

Het bestuur van LIRA denkt over

 

- de vraag of LIRA een bijdrage zal leveren aan individueel te administreren pensioenen voor zelfstandig werkzame schrijvers en vertalers via het beroepspensioenfonds Stichting Aena, in navolging van wat Buma via haar Sociaal Fonds doet voor componisten en tekstdichters

 

- de manier waarop de samenwerking tussen de beroepsvereniging en de auteursrechtorganisatie, respectievelijk de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) en de Stichting LIRA, in het belang van Nederlandse auteurs ook verder juridisch vorm gegeven zou kunnen worden

 

- een aanpassing van LIRA’s statuten, al was het alleen maar om de daarin voorkomende bedragen in guldens te vervangen door bedragen in euro

 

- een manier om het Contractenbureau dat zich in zijn werkzaamheden voorlopig nog even  beperkt tot scenarioschrijvers en hun contracten, in alle denkbare soorten onderhandelingen nog beter van nut te laten zijn, zowel als de schrijfopdracht aan één auteur wordt gegeven als wanneer het om een opdracht gaat die aan meer dan één auteur wordt verstrekt, zoals bij scenario’s voor bijvoorbeeld tv-series nog wel eens het geval is.

 

 

Personalia

 - Kees Holierhoek, voorzitter van de Stichting LIRA, tijdelijk tevens voorzitter van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV), kreeg op vrijdag 26 april 2002 in het gemeentehuis van Leiderdorp de versierselen opgespeld die behoorden bij zijn benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau vanwege zijn verdiensten op het terrein van de behartiging van de belangen van Nederlandse schrijvers en vertalers. De voordracht was gedaan door de Minister van OCW, de benoeming door de Koningin, de uitreiking vondplaats door de Burgemeester van Leiderdorp.

 

Adviezen van het bureau

GEZOCHT: gegevens van (erven van) leenrechthebbende vertalers

 

Nog altijd beschikt LIRA niet over alle gegevens van personen wier boeken in een bepaalde periode uitgeleend zijn door Nederlandse openbare bibliotheken en die uit hoofde daarvan aanspraak kunnen maken op leenrechtgelden. Bij LIRA is vaak wel de naam en de titel van het boek bekend, maar ontbreken het adres en het bankrekeningnummer. Vaak weten we ook wel dat een schrijver of vertaler is overleden, maar ontbreken gegevens over eventuele erfgenamen.

 

Uitvoering gevend aan haar breng-plicht (altijd binnen grenzen van redelijkheid te interpreteren) doet LIRA langs vele wegen pogingen om ontbrekende adressen en rekeningnummers te achterhalen. We schrijven uitgevers aan, we publiceren lijsten met namen, en we krijgen veel reacties en vaak ook reacties die ons verder helpen, maar desondanks ontbreken er nog veel gegevens die nodig zijn om tot daadwerkelijke uitbetaling over te kunnen gaan.

 

We blijven de medewerking van de lezers van dit LIRA Bulletin nodig hebben om vooral ongeorganiseerde auteurs, schrijvers en vertalers erop opmerkzaam te maken dat er een leenrecht bestaat en dat ze misschien uit hoofde van dat recht aanspraak kunnen maken op een leenrecht-uitkering. Dus zegt u het alstublieft voort, zeker als u in de lijst van gezochte schrijvers en vertalers bekenden tegenkomt. 

 

Lijst Vertalers

 

Naam Voornaam

Aardweg Henricus  P.

Algra Jan

Anthierens Johan

Aken Andreas R. van

Akker Ruud van den

Anderson Loek

AndriessenGonne

Antwerpen Peter van

Arnold Boukeline

Arts Stefan

Baan H.M.J.

Baanstra Dieneke

Badelt-Przybylla Monica

Baker Fred

Barnhoorn W.H.

Beek José W.

Beekman Ben

Beekman Julie

Beerepoot Cees

Beeresteyn Lodewijk van

Beers A.C. van

Beijer Dirk

Berck  

Berckmans Lut

Berg Aart van den 

Berg Heleen van den

Berg Irma van den

Bergen J. van

Bernaerts Yves

Berserik Frank van

Bertens Tijn

Biervliet Lidia

Bijlsma Frans

Bish Daniël

Boelhouwer-Grifhorst Truus

Boer Anne-Wil

Boer Leobertus E.M. de

Boeser Janneke

Boets Herman

Bogens Anne

Borg Ron ter

Borgesius-Wildschut Lisbeth

Bos Lidy

Bos A

Bosch Frans

Boschmans Denise

Bouclon René

Bouwhuys P. ten

Brake Elly te

Brinkman Cornelia

Brink-Wessels N. M.

Brisk David  

Broek W. van den

Brouwer A. de

Bruin G.R. de

Bruin Leni

Brunt Nini

Bruurmijn José

Bruyland Katrien

Buisman Ben G.

Buntinx Jeanne

Burg A. van der

Buys Henk 

By Trudy de 

Claerhout Griet

Clark Sydia

Cornelisz Johan

Crijns Jan

Cuyvers Luc

Cybulski Kazimierz

Daane Jannie

Dallinga Carla

Daling Chr.

Damme Paul van

Damon Emma

Deerenberg Sylvia

Delden A.J.van

Delft Frans van

Delmar Andrea

Demarée Rob

Deugd Huug de

Dielemans Wim

Dijk Nel  van 

Dijk P. van

Dijk R. van

Dijkerman Joost

Dijkshoorn Pieter

Dijs Carla

Dimmendaal-Scholte Anneke

Dongen Tess van

Dongen-Eykman C. van

Donselaar J.

Doorn Hans van

Dorren Lex

Drunen Marion van 

Dronkers Jan

DubbelboerBeene

Dubbink Marre

Duerings Reinolt

Dufaux

Duin Marga van

Dulfer-Klaassen W.C.

Dury Christine

DuyvesteynPaul

Eenhoorn Gys van

Eenhoorn B.J.

Eggen Huub

Eijck Silvie van

Endt Ireen van der

Epema S.J.

Everdingen F.M.N. van

Eysden Peter van

Ferwerda Saskia

Feths J.C.F.

Fick-LugtenWillemina A.

Flaton Johan Martijn

Fransse André

Geerts Paul

Gerritsen M.

Gier Corrie de

Godschalk T.R.

Gorter-Keijser Jeannette E.

Graaff Barend J.W. de

Griens Annelies

Groeneweg Bert

Groen-Verhoef L.

Groot Jan

Groot Jan de

Groot-d'Ailly A.E.

Grootenboer Greta

Grosfeld Frans

Haagsma Hannie

Haakma Wagenaar Harriët

Haaster Ria van

Hamminga Jan

Hanhart J.J.A

Hartog Antje

Hartong-de Roode J.A.W.

Hartsema Jan

Hasselt J.C. van

Havander Emma 

Heemskerk J.D.

Heemskerk M.

Heersma Yolanda

Hekkers Marc

Hermans-de Roos A.C. 

Heuvel Hetty van den

Heuvel Jeanet van den

Heyvaert Jan

Hidding Johan

Hoeben Stelly M.

Hodijk W.M.

Hoekstra Froukje

Hofstede Jacqueline van der

Hoffstädt Fen

Hollander Arie N.J. den

Hollander C. 

Horst Han van der

Hout Willem H.M. van den

Huls Bert

IJzerman Hermien

Jager T de

Jagt Kyra van der

Jansen J.F.

Jansz Maria

Joekes Theo H.

Jong Akkie de

Jong Marja de

Jong Casper de

Jonker Jan H. 

Julianus Inge 

Karthaus Brigit

Kessens Joop W.

Keuning Karin

Kila C.J.

King Eva

Knol Karolien

Koesen Jan T.M.

Kokx Mariëtte

Kool Halbo C.

Kraan Ria van der

Kray-Sijsma Cateau A.

Krielaart T.

Krompen Lisa

Kröner Jack

Kröner Kristin

Kuip Constance Ann van der 

Kuipers Nico

Kunnen Myriam

Laer Mieke van

Lahorne David

Landré-Tollenaar M.J.

Laufer Manfred

Leeuwen Geert van

Leerink Hans

Lemmers A.C.A.

Lennep Gied van

Lens-Fasting Emilie M.

Lodge Richard W.

Lok Wiesje

López Esteban

Lubsen Ineke

Luitwieler Maaike

Man Benita de

Mancius W. van

Manger Hermien

Martens Claudine H.P.

Martin Hans

Meenen R. van

Meer A.C.van der 

Meerman J.M.

Meester Jan de

Meijer Jan Marinus

Melchior Johannes

Melis Andreas van

Mellincamp L.

Messelaar Gerard

Mey Joke van der

Michon Marianne 

Mil Marijke van

Minier Yolande

Mokum J. van

Montagne-Andres Liesbeth 

Montez Juanita

Mossink-Jonkers Annemarie

Most Adelheid van der

Nes-Uilkens Gerarda E. van

Nicolaas Thomas

Nijkerk Pieters Ingrid 

Nolen Conny

Noorbeek André

Ohl M.L.

Oldenburg Ermke Frans van Oldenburg

Ossenbruggen-Liefaard Adrie E. van

Paul-Nieuwmeijer Simone

Peet Dick B.

Peet Maryancka van

Peeters Ger

Pelt Bara van

Petersen Paul P.

Pol Pieter

Polderman-de Vries Carolien W.

Post Erik van der

Priem Joos

Reinders Ellen

Reijen Liesbeth van den

Reuser J.D.M.

Rheenen-de Vos G. van

Richel Albertus J.

Rijman J.  

Robben C.W.M.

Rooda Helena

Rodenko Paul

Roelofs F.

Roest Hans

Romer Carol

Rooij Jan de

Roos Claudy de

Sant F. van 't

Scheepstra H.

Schilders Margaret R.

Schipper Henje

Schoten Johan van

Schoots R.

Schotman Johan W.

Schröeder Johan A.

Schultink Paul

Schuttevaêr-Velthuys Nel

Selms Beertje van

Sijmons Anne J.

Sissons Mia

Slegh Adrie

Souisa Petra

Snoeren Siebe

Spijker Leontien

Spoorenberg A.L.

Staalman J.W.

Stakenburg Jeanette

Stalling Vic

Stam Henk

Steenbergen Ben

Steyling Willy 

Stok A.P.

Swart Herkenhoff E.A.

Székely-Lulofs M.H.

Tamara Alexandra

Tennant-Groenewegen Mieke

Terweijden J.C.

Thieme Knottnerus J.

Thomson J. Jac.

Tingo-Maria José

Till Hannie van

Tombe L. de

Toorn Sylvia van

Troelstra-Bokma-deBoer Sjoukje

Tschorn Catharina

Tromp-Palmer P.

Tuerah Louis

Tupan Arjan

Turnhout Guillaume van

Utermark Dorien

Uurbanus-Harbrink Numan V.H.

Uyt den Bogaard Dick L. 

Vandenbouhede Gerda

Vandendriessche Johan

Vandeweghe Hilde

Veersema J.H.A.

Ven Anita C. van de

Vennema Alice

Verhaegen Marc

Verheijen Marian

Verhoofstad Linda

Verhulst Frank Cornelis

Vermeys John M.

Vermeulen-Brauckman Sophia J. 

Verschuur H.P.

Verver L.J.

Vervoort Ton

Verwehringen Danval Edwina van

Vijver Mike van der

Vink Annechien

Visser Daniël

Voogd A.

Vorrink J.W.

Vreeland Myra

Vries Jannes

Vries Joke de

Vroom Annelies de

Vuerhard-Berkhout A.E.C.

Wansum Jetty van der 

Wansum I. van der

Wehman Nel

Wetzels Frans C.M.

Wiedijk Helena

Wijngaard Henk

Wijs Joeska de

Wilde Ada de

Windt Maria van de

Wit Jan de 

Witsenburg L.  

Woltmeijer Nieske

Zanten Jenny van

Zeeuw Justine de

Zwanenburg-van Spall C.P.

Zwartjes Reinier

 

 

Bestuur en bureau van de stichting Lira

De Stichting LIRA beheert als auteursrechtorganisatie op collectieve wijze auteursrechten en auteursrechtelijke aanspraken van schrijvers en vertalers die door hen individueel niet, of slechts met de grootst denkbare moeite, te gelde kunnen worden gemaakt.

Postadres:

Stichting LIRA

Postbus 3060

2130 KB Hoofddorp

 

Bezoekadres:

Siriusdreef 22-28

2132 WT Hoofddorp

 

Telefoon: 023 - 799 78 06

Fax: 023 - 799 77 00

E-mail: lira@cedar.nl

Website: www.cedar.nl

 

Bankrekeningnummers:

ABN: 54 64 92 665

Postbank: 50 01 51

 

Bestuur Stichting LIRA:

Kees Holierhoek, voorzitter

Willem Capteyn, vice-voorzitter

Nelleke van Maaren, secretaris

Rien Verhoef, penningmeester

Marjan Berk, lid

Nicolaas Matsier, lid

 

Bureau Stichting LIRA:

directeur:

André Beemsterboer

accountmanager:

Anne-Marie Sprokkreeff,

secretariaat:

Marquerite Boerlage

Sabina Stol

commercieel-administratief medewerker:

Maureen Arnhem

Marianne Bovet

Martin van Dam

Nancy den Dekker

Sebastiaan Goedschalk

Scott Rollins

Chantal van Sluis

Bart Schomaker

Odile van der Tweel

Majella Wiering

informatiebeheerder:

Jeroen van den Bergh

 

 

Colofon

Dit is een uitgave van de Stichting LIRA,

Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp

Telefoon: 023 - 799 78 06

Fax: 023 - 799 77 00

E-mail: lira@cedar.nl

Redactie: Nelleke van Maaren

Anne-Marie Sprokkreeff 

Kees Holierhoek (eindred.)

Tekstbijdragen: Barbara van der Laan/Anne-Marie Sprokkreeff/Charles den Tex/Rien Verhoef

Illustraties: Ram Katzir

Ontwerp: Rutger Fuchs, Amsterdam