editie 39 / januari 2013

Een woord van de voorzitter

Als ik zeg dat de audiovisuele wereld in rep en roer is, zeg ik niks nieuws, want die wereld van onder meer tv-drama, speelfilms en documentaires dreigt al sinds Lira's ontstaan in 1986 continu ondersteboven gegooid te worden. En ik kan me in de tien, twintig jaar daarvóór, toen ik ten behoeve van dramaschrijvers voortdurend in de slag was met het Honorarium College van de NOS, ook geen echt langdurige periode van rust herinneren.

Maar de situatie nú is toch anders, omdat iedere betrokkene aanvoelt dat er thans een routekaart voor de audiovisuele toekomst wordt getekend. Dat gaat gepaard met aardschokken, grote en kleine. Zo hebben onlangs de producenten besloten het kabelcollectief – waar  Stichting Lira deel van uitmaakt – te verlaten. Daarmee maken zij een einde aan een reeds decennialang goed werkend loket voor licentieverlening. Het collectief van Buma, Lira, Vevam en andere collectieve beheersorganisaties (cbo's) onderhandelt al vele jaren met de kabelmaatschappijen over de hoogte en afdracht van kabelvergoedingen. Die kabelvergoedingen zijn bestemd  voor de makers van auteursrechtelijk beschermde werken die via de kabel worden verspreid. Kabelaars die de tv-kijkers in Nederland een gevarieerd en profijtelijk abonnement aanbieden, zijn indertijd door de Hoge Raad verplicht gesteld daarvoor een vergoeding te betalen. Ook aan de scenarioschrijvers die hun specifieke creativiteit in het aanbod hebben geïnvesteerd. 

Als collectieve beheersorganisatie – een club die via het Lira-aansluitingscontract uiteenlopende auteursrechten in één hand verzamelt – zoekt Lira zich een plek in de Europese constellatie waarin een gemakkelijke  distributie langs digitale kanalen voorop staat. We kijken daarbij voor inspiratie met veel aandacht naar het Spaanse model, niet om het klakkeloos te imiteren, wel om er lering uit te trekken.

Dat Spaanse model, inmiddels ook in Polen ingevoerd, kent twee hoofdkenmerken: (1) de producent krijgt rechten die hem overeenkomstig zijn functie in staat stellen leiding te geven aan de exploitatie van het tv- of filmwerk, terwijl (2) de makers in ruil daarvoor de bevoegdheid krijgen wettelijk vastgelegde aanspraken op een proportionele vergoeding (x procent van de bruto-opbrengsten) in cbo-verband tegenover elke exploitant van het werk uit te oefenen. Bij niet- of niet-tijdige betaling zou een herlevend verbodsrecht daarbij zeer welkom zijn.

Nu er een wetsvoorstel op tafel ligt waarin het artikel 45d Aw over de billijke vergoeding voor scenarioschrijvers en regisseurs is herschreven, lijkt dit het moment bij uitstek om te proberen de vergoedingsregeling bij filmwerken bestand tegen de digitale toekomst te maken. Het is zeer wenselijk dat de Nederlandse wetgever in het nieuwe jaar 2013 stevige fundamenten voor een breed in Europa houdbaar model gaat leggen. Ook de Europese publieke omroepen, verenigd in de EBU, denken in die richting. Dat vergroot de kans op een vruchtbaar vergelijk. En dat is toch een tikkeltje anders dan de pogingen van de 'verenigde betalingsplichtigen' die in het monsterverbond van RoDAP bezig zijn het auteursrechtelijke kerstboompje van alle auteursrechtelijke kenmerken te ontdoen om al hakkend en snoeiend het boompje tot niet meer dan een economische spriet terug te brengen.

Kees Holierhoek
Voorzitter Stichting Lira  

Opening nieuw Cedar kantoor op 20 november 2012

Ter gelegenheid van de feestelijke opening op dinsdag 20 november 2012 van het Cedar-kantoor in Holland Office Centre, Hoofddorp hield de voorzitter van Stichting Cedar, tevens voorzitter van Lira, op dinsdag 20 november 2012 de volgende korte toespraak ter verwelkoming van medewerkers en gasten.

Opening nieuw Cedar kantoor op 20 november 2012

Dames en heren,

In theorie is Cedar een organisatie van krimp en groei, maar in de praktijk en per saldo gelukkig toch altijd iets meer groei dan krimp.

Die dynamiek moet niet alleen in de organisatie ingebouwd zijn, maar ook in de huisvesting.

Flexibel je aan kunnen passen aan de veranderingen, daarop is deze nieuwe stap in Cedars geschiedenis gericht. 

U ziet het aan het interieur en de omgeving. 

Mij is verteld dat er iedere ochtend beschaafde gevechten uitbreken over de bezetting van de beste arbeidsplaatsen in dit flexibele kantoor. 

Dat sommige medewerkers zich al om vijf uur in de ochtend melden om in alle rust hun keus uit de beschikbare zetels en glazen ruimtes te kunnen maken.

Dat na het onvermijdelijke proces van enige gewenning op het ogenblik zo'n beetje iedereen zich wel in de nieuwe omstandigheden kan vinden.

Directeur Hein van Leeuwen en voorzitter Kees Holierhoek doen samen de opening.

Cedar, ooit door Buma opgericht, later door de samenwerkende Cedar-stichtingen in eigendom van Buma overgenomen, vertegenwoordigt een model voor efficiënte samenwerking dat er wezen mag. 

Een model met een gezamenlijk backoffice en met goed geprofileerde en daardoor voor klanten goed herkenbare frontoffices.

Die klanten, rechthebbenden en betalingsplichtigen, verdienen het om goed bediend te worden, tot uitdrukking komend in zo hoog mogelijke uitkeringen en zo laag mogelijke kosten, met tijdige incasso en uitbetaling, met redelijke tarieven, met transparantie en adequate verslaglegging.

Op veel auteursrechtelijke terreinen laat zich de overgang van analoog naar digitaal terdege voelen. 

Zo ook in dit kantoor dat officieel een papierloos kantoor heet te zijn. 

Daarom vind je in allerlei hoeken en kasten – angstig weggestopt – restanten van een officieel verdwenen wereld, een papieren wereld.

Een enkeling grijpt in reactie op de vraag wat dat boek daar doet, naar de handgeschreven vergunning waarop staat dat in zijn geval -en uitsluitend in zijn geval- de aanwezigheid van vijf centimeter boeken is toegestaan…

De ouderen onder ons zien dat alles hoofdschuddend aan. 

Want wij weten dat het papieren boek en het papieren verslag en het papieren memo blijvertjes zijn - náást de digitale vormen.

En wij zien onze digitale scepsis dag aan dag bewezen worden door de onweerstaanbare groei, ook in dit kantoor, van stapels en stapels papier die steeds vaker op vernuftige wijze verborgen worden gehouden.

Memo's, notities, e-mails, vergaderstukken.

In die zin zal deze omgeving misschien een oord van illusies blijken.

In heel veel andere betekenissen gaat het hier om een belangrijke stap voorwaarts in onze collectieve behartiging van individuele belangen van auteurs en uitgevers.

Ik dank u zeer.

KH



Thuiskopieheffing en downloadverbod

Er wordt in de Tweede Kamer en in de media vaak een zeer duistere discussie gevoerd over de thuiskopieheffing en het downloadverbod. Vaak is het de gesprekspartners kennelijk niet ten volle duidelijk wat de thuiskopieheffing is en nog vaker wordt er gesproken alsof thuiskopieheffing en downloadverbod elkaar wederkerig uitsluiten. En om de discussie nog verder te verwarren klinken er van om de hoek ook nog luide kreten als 'Internet vrij, internet vrij!' waarbij het onduidelijk is of met 'vrij' gratis wordt bedoeld of vrije toegang of dat je met internet alles mag doen wat je wilt.

Thuiskopieheffing en downloadverbod

Iedereen weet dat internet niet gratis is. Om toegang tot internet te krijgen moet je immers je provider betalen. Dat je met internet alles zou mogen doen wat je wilt, is inmiddels op vele punten al lang een illusie gebleken, en dat is maar goed ook, want de wereld heeft geen behoefte aan een vrijplaats voor de criminaliteit.

Thuiskopieregeling

Naast het in het in de privésfeer maken van fotokopieën, te verstaan als verveelvoudigingen van papier op papier, is er de laatste jaren een enorme groei geweest in het in de privésfeer maken van verveelvoudigingen langs elektronische weg. Denk aan gekochte audio-cd’s of uitgezonden films die vastgelegd werden op cassettebandjes en videobanden en inmiddels op cd-roms en cd-r’s en dvd’s. Voor reprografisch gemaakte fotokopieën in de privésfeer hoeft geen vergoeding betaald te worden, voor elektronische kopieën ligt dat anders. De zogenoemde thuiskopieregeling zorgt ervoor dat makers en hun rechtverkrijgenden een billijke vergoeding ontvangen voor de vastlegging op gegevensdragers. Dat alles is geregeld in de Wet op de thuiskopieervergoeding die in werking is getreden op 1 januari 1991, en waarvan de belangrijkste bepalingen terug te vinden zijn in de Auteurswet in de artikelen 16c-16ga.

Het duidelijkste voorbeeld van een thuiskopie was ooit het maken van een kopie voor in de auto na de legale aankoop van een muziek-cd voor gebruik in de woonkamer. Kort daarop gevolgd door het voorbeeld van de opname op een dvd in een digital recorder van een aflevering uit een tv-serie die door een omroep wordt uitgezonden. Beide zijn, zolang de privésfeer gehandhaafd blijft, toegestaan mits via de thuiskopieheffing een billijke vergoeding aan rechthebbenden en rechtverkrijgenden wordt betaald.

De thuiskopieregeling voorziet erin dat de consument die een onbespeelde gegevensdrager koopt, van welke aard of maaksel ook, via een heffing op die drager bijdraagt aan de billijke vergoeding voor de makers en hun rechtverkrijgenden. Die heffing komt via de fabrikant of importeur van de onbespeelde gegevensdragers centraal bij de Stichting Thuiskopie terecht, en dat geld gaat vandaar naar de makers van de elektronisch gekopieerde werken en hun rechtverkrijgenden.

De thuiskopieregeling is een auteursrechtelijke regeling die gebaseerd is op het feit dat auteursrecht twee hoofdkenmerken heeft: het betreft de verveelvoudiging van het werk en de openbaarmaking (of beschikbaarstelling) van het werk. Een thuiskopie maken is een verveelvoudiging van het werk maken en als zodanig een auteursrechtelijk relevante rechtshandeling. Wie daar geen oog voor heeft, is gedoemd de regeling niet te begrijpen.
 

Downloadverbod

Wie in Frankrijk drie keer betrapt is op het zonder toestemming downloaden van auteursrechtelijk beschermde werken, wordt afgesloten van het internet. Zo'n stevige aanpak staat de Nederlandse regering niet voor. In Den Haag is de politiek nog steeds aan het zoeken naar wat in essentie niet met elkaar te verenigen is: een inbreuk op het auteursrecht van rechthebbenden en het uit politieke angst voorkomen van daaruit voortvloeiende sancties voor de vele individuele internetgebruikers van wie de politieke bestuurders afhankelijk zijn. Je kunt vanop grote afstand voorspellen dat dat mis gaat lopen. 
 

Waarnaartoe?

Uiteindelijk moeten we toe naar wetgeving die voorziet in een thuiskopieregeling voor legale elektronische kopieën en – als het dan toch niet anders kan – een compensatieregeling voor het illegaal downloaden. Redding in dit opzicht moet van Europa komen. Het is mogelijk dat het Europese Hof van Justitie nog dit jaar (2013) bevestigt dat een lidstaat niet via een wettelijke licentie als de thuiskopieregeling het illegaal downloaden kan legaliseren, om de directeur van Voi©e Michel Frequin te citeren. Dan zouden we een mooie aanzet hebben tot een duurzaam en uitvoerbaar vergoedingensysteem.

KH



Ontwikkelingen in België – leenrecht, modelcontract

In België is op 27 december het langverwachte nieuwe Koninklijk Besluit inzake het leenrecht gepubliceerd. Eindelijk is er regelgeving waardoor auteurs in België vanaf 2013 een billijke leenrechtvergoeding zullen ontvangen. Ook maken in België modelcontracten een voorzichtige opmars.

Ontwikkelingen in België – leenrecht, modelcontract

Vlaamse Auteursvereniging (VAV)

Een belangrijke impuls voor beide ontwikkelingen is mede uitgegaan van de in 2006 opgerichte Vlaamse Auteursvereniging, waarmee Lira goede banden onderhoudt. De VAV behartigt de individuele en gemeenschappelijke belangen van meer dan 600 literaire auteurs en vertalers, illustratoren, scenaristen en stripauteurs. Ze doet dit door ‘in nauw contact met haar leden een visie te ontwikkelen op de literaire sector in Vlaanderen’, eisen te formuleren en daar met andere betrokken partijen over te onderhandelen.

De individuele belangen van de auteurs behartigt de VAV bijvoorbeeld door om de zes weken afwisselend in Antwerpen en Gent ‘infoloketten’ te organiseren waar leden met individuele vragen terecht kunnen. Een jurist geeft hun kosteloos juridisch en fiscaal advies.

 

Koninklijke Besluiten

In België wordt de praktijk van het leenrecht geregeld in Koninklijke Besluiten. In het Koninklijk Besluit van 25 april 2004 werd de totale vergoeding vastgesteld op een forfaitaire vergoeding van 1 euro per jaar per ingeschreven volwassene en 0,5 euro per ingeschreven minderjarige. Tegen deze vaststelling, en in het bijzonder tegen de uitzondering die werd gemaakt voor wetenschappelijke bibliotheken, die – net als in Nederland – niet leenrechtplichtig zouden zijn, ging de Vereniging van Educatieve en Wetenschappelijk Auteurs (V.E.W.A.) nog in datzelfde jaar 2004 bij de Raad van State in beroep. 

De Raad van State wendde zich tot het Europees Hof van Justitie met een zogenoemde prejudiciële vraag over de berekeningsbasis van de leenvergoeding als opgenomen in het KB van 2004. 

Het Europees Hof van Justitie oordeelde dat de berekeningsbasis van het KB van 25 april 2004 niet rechtsgeldig was. Berekeningen die uitsluitend stoelden op het criterium van het aantal ingeschrevenen, werden niet als rechtsgeldig beschouwd. Op zijn minst zou bij de berekeningen ook de grootte van de collectie in aanmerking moeten worden genomen, dus de hoeveelheid boeken die voor uitlening in een bibliotheek aanwezig is.

Leenrecht België

Inmiddels hebben al bijna 20 jaar auteurs in praktisch heel Europa het wettelijke recht een billijke vergoeding te ontvangen voor de uitlening van hun boeken in bibliotheken. In bijna alle Europese landen was hiervoor een acceptabele regeling uitgewerkt, behalve tot dusver in België.

 

Nu ligt er dan eindelijk een nieuw Koninklijk Besluit waarin ook de grootte van de collectie en het aantal uitleningen als berekeningsbasis voor de vergoedingen gebruikt worden. Daarbij heeft de VAV enkele belangrijke kanttekeningen geplaatst.
 

Kanttekeningen VAV

De leenvergoeding zal van 2012 tot 2017 dan wel gaandeweg worden opgetrokken, maar in vergelijking met de buurlanden toch laag blijven. Om de toets met de buurlanden te kunnen doorstaan zou voor de circa 66 miljoen uitleningen die jaarlijks in België worden genoteerd een totale vergoeding van zo’n 5 miljoen euro moeten worden uitgetrokken. Dit komt neer op minder dan 4 euro per jaar per bibliotheekgebruiker.

Op aandringen van de VAV is inmiddels wel voorzien in een compensatie voor de gemiste billijke vergoeding uit het verleden.

De VAV wilde een automatische indexering van de vastgestelde tarieven, maar volgens het nieuwe KB zullen deze vanaf 2018 gefixeerd blijven.

De VAV dringt nog aan op wetgeving die de rechtenmaatschappijen oplegt de geïnde vergoeding binnen een acceptabele termijn aan de uiteindelijke rechthebbenden (de auteurs) uit te betalen, want volgens de huidige regelgeving kunnen daar jaren overheen gaan.

De VAV had gewild dat het Koninklijk Besluit een duidelijke bestemming zou vermelden voor de geïnde leenvergoeding waarvoor uiteindelijk geen rechthebbenden worden gevonden. Deze bestemming zou in de lijn moeten liggen van de doelstellingen van de leenvergoeding.

Anders dan het Koninklijk Besluit bepaalt vond de VAV net als de Stichting Leenrecht in Nederland dat verlengingen van uitleningen bij een bibliotheek als nieuwe uitlening moeten worden beschouwd. Verder verschaft het nieuwe KB nog altijd geen duidelijkheid of ook buitenlandse auteurs en vertalers wier boeken in België worden uitgeleend, voortaan leengeld zullen ontvangen. Voor Nederlandse schrijvers en vertalers is deze vraag bij uitstek van belang, gelet op de grote schaal waarop hun werk in België wordt uitgeleend. 

 

Modelcontract boekuitgaven

Het modelcontract voor boekuitgaven is inmiddels twee jaar in gebruik. Een aantal uitgevers past het al onverkort toe, andere springen er creatief mee om, waarbij dan overigens (net als bij de modelcontracten in Nederland) de vermelding VAV-modelcontract niet gebruikt mag worden. Ook zijn er uitgevers die een eigen contract blijven hanteren, met ongunstige bepalingen, lacunes en – helaas al te vaak – onaanvaardbare auteurspercentages. Het modelcontract dat de VAV is overeengekomen met de Vlaamse uitgevers (verenigd in de VUV) is evenwichtig en gunstig, maar niet afdwingbaar: de auteur blijft dus verantwoordelijk voor de toepassing ervan. Vooralsnog worden de leden opgeroepen hun contracten voor ze deze ondertekenen aan de VAV-jurist voor te leggen en zich niet tot overhaaste ondertekening te laten dwingen: ogenschijnlijke details kunnen immers verstrekkende gevolgen hebben.

RV



Mededelingen van het Lira-bestuur

Wet toezicht cbo's 

Op 13 maart 2012 heeft de Tweede Kamer, na amendering, het wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten (31 766) aangenomen.

Op diezelfde 13 maart jl. is het wetsvoorstel bij de Eerste Kamer ingediend. Het wetsvoorstel betreft om precies te zijn een aanpassing van de Wet toezicht uit 2003 en is drie keer aangepast bij nota’s van wijziging en door amendementen. Na de verkiezingen valt behandeling op korte termijn te verwachten. Is de gewijzigde wet eenmaal in werking getreden, dan vallen alle cbo's onder het toezicht van het College van Toezicht Auteurs- en naburige rechten, afgekort CvTA, dat tot voor kort alleen Buma/Stemra, Stichting Reprorecht, Stichting Leenrecht en Stichting Thuiskopie superviseerde, rechtspersonen die een bemiddelingslicentie of incasso-aanwijzing van de overheid hadden gekregen.

KH

 

Stichting Federatie Auteursrechtbelangen

Nog in 2012 is de naam van de Stichting Auteursrechtbelangen veranderd in Stichting Federatie Auteursrechtbelangen. Tegelijk met deze naamsverandering heeft een andere nogal ingrijpende verandering in de statuten plaats gevonden en daarmee in de wijze waarop het bestuur van wat kortweg 'de Federatie' heet, wordt samengesteld en welke taken op het bordje van de Federatie zijn gedeponeerd.

De basis van de Federatie wordt gevormd door drie platforms: het Platform Makers, vervolgens een vertegenwoordiging van collectieve beheersorganisaties uit de brancheorganisatie Voi©e, en tenslotte een Platform Creatieve Industrie waarin uitgevers en producenten zitting hebben,

Nieuwe voorzitter na het vertrek van Aad Kosto is geworden Pim van Klink die het auteursrecht vanuit zijn professie vooral beziet met het oog van een gepromoveerd kunsteconoom; ambtelijk secretaris is Willem Wanrooij, penningmeester Kees Holierhoek.

Tot de taken van de Federatie worden onder meer gerekend: het namens de drie platforms zoveel mogelijk gezamenlijk optreden in aangelegenheden zoals wetgeving door vorming – waar mogelijk- van een gelijkluidende opvatting.

Ook de informatieverstrekking over het auteursrecht wordt door de Federatie op zich genomen.

En tenslotte valt binnen het takenpakket van de Federatie het organiseren van de financiering van de handhaving (i.c. Brein), in dit digitale tijdperk een zaak van snel groeiend gewicht.

KH

 

Financiering Stichting Brein

Het bestuur van Lira volgt met grote belangstelling de wegens teruglopende thuiskopie-inkomsten noodzakelijk geworden reorganisatie en herfinanciering van de Stichting Brein. Het regelen, niet het betalen van deze wat anders dan voorheen in elkaar gestoken herfinanciering is een taak van de Stichting Federatie Auteursrechtbelangen. Bijna een jaar lang heeft binnen de Federatie in overleg met vertegenwoordigers van bestuur en directie van Brein een financiële commissie zich gezet aan het ontwerpen van een nieuwe duurzame financieringsstructuur. Aan de kosten van Brein zouden alle exploitatiegebieden (muziek, video en scripto) bij moeten dragen. Op die manier zou een vorm van collectieve handhaving tegenover de bedreigingen van de grond moeten komen. Er valt immers weinig geld te verdienen aan bijvoorbeeld films die al voor de officiële première zijn 'gepirateerd'. En wat te denken van de vele duizenden Nederlandse e-books die nu al op internet te vinden zijn of dankzij snel juridisch ingrijpen: te vinden zijn geweest.

Van alle betrokken groepen van rechthebbenden wordt een financiële bijdrage verwacht: van de sector muziek evenzeer als van de afdeling film/tv en evenzeer van de afdeling digitale geschriften (scripto). Overleg met het College van Toezicht heeft tot nog toe geen onoverkomelijke barrières voor de creatie van een kostenpost 'handhaving' opgeleverd.

KH

 

Rechtspraak

Rechtspraak  

Uitkomst cassatie Leenrecht-Vereniging van Openbare Bibliotheken

Is in de bibliotheekwereld de verlenging van de termijn waarmee een boek wordt uitgeleend, een nieuwe uitleen waarvoor door de openbare bibliotheek dan ook een bijkomende vergoeding moet worden betaald? Dat was de centrale vraag die de Stichting Leenrecht in stappen aan de Nederlandse rechter heeft voorgelegd, achtereenvolgens bij de rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad, een vraag waarop in de Auteurswet niet een-twee-drie het passende antwoord is te vinden. 

Omdat een verlenging nieuwe uitleen in de weg staat en de auteur en uitgever daardoor een nieuwe leenvergoeding zouden kunnen mislopen, leek de argumentatie van de Stichting Leenrecht ten gunste van de stelling 'de verlenging is een nieuwe uitleen waarvoor een passende vergoeding verschuldigd is' sterk. In alle drie de stadia werd Leenrecht echter in het ongelijk gesteld met de aantekening dat de betreffende rechters steeds een grotere of kleinere opening lieten voor een bespreking in de bij wet ingestelde Stichting Onderhandelingen Leenvergoeding (afgekort StOL) van een aangepast tarief waarin alsnog met de verlengingen rekening gehouden zou kunnen worden.

Nu na vijf jaar is er een einde gekomen aan de juridische procedure rond de verlengingen. De Hoge Raad heeft op 23 november 2012 geoordeeld dat een verlenging van een uitlening geen afzonderlijke, nieuwe uitlening is, maar onderdeel van de (oorspronkelijke) uitlening. Hiermee is het beroep van de Stichting Leenrecht in de aangespannen cassatieprocedure tegen de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) afgewezen. 

Er zijn volgens de Hoge Raad geen aanknopingspunten om verlengingen als nieuwe uitleningen aan te merken. Met inachtneming van de tussen Leenrecht en de VOB gemaakte afspraak dat de bibliotheken wél aan Leenrecht betalen als zijzelf voor de verlenging aan de lener een vergoeding in rekening brengen, zijn openbare bibliotheken in Nederland niet verplicht voor een verlenging een separate leenrechtvergoeding te betalen. Het tarief dat door de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen (StOL) is vastgesteld per uitlening wordt geacht mede te zien op eventuele verlenging van de duur van de uitlening. De Hoge Raad volgt hierin het Haagse Gerechtshof dat eerder overwoog dat in de StOL moet worden vastgesteld wat een billijke vergoeding is, gelet op de periode van maximale uitlening aan één gebruiker.

De Stichting Leenrecht heeft met teleurstelling kennis genomen van het arrest.

“Deze uitleg miskent, aldus de Hoge Raad, niet dat de nationale rechter het leenrecht zo dient uit te leggen dat rechthebbenden een passend inkomen ontvangen. Bij de vaststelling van de door de auteur per uitlening te ontvangen vergoeding kan immers rekening gehouden worden met een eventuele verlenging. (…) De afwijzing heeft tot gevolg dat de rechthebbenden over de afgelopen jaren een substantieel bedrag mislopen. Het huidige leenrechttarief biedt hiervoor geen compensatie. Het tarief is in 1999 vastgesteld per uitlening zonder rekening te houden met eventuele verlengingen. Nu de juridische procedure tot een einde is gekomen zullen de consequenties van dit arrest verder besproken worden in de StOL.”

SB



Agenda

Voor het jaar 2013 staan de volgende repartities op het programma (maar niet noodzakelijk helemaal precies in onderstaande volgorde):

Repartitie Theaterteksten, 2013   ieder kwartaal
Narepartitie NWS Journalistieke gelden, 2009, 2010 & 2011   eerste half jaar van 2013 
Narepartitie LiteROM, 2007-2011   eerste half jaar van 2013 
Narepartitie  Kabel TV, 2008-2011   eerste half jaar van 2013 
Narepartitie  Kabel Radio, 2008-2011   eerste half jaar van 2013
Narepartitie Thuiskopie Audio, 2008-2011   eerste half jaar van 2013 
Narepartitie  Leenrecht Geschriften, 2008-2012   eerste half jaar van 2013
Narepartitie Leenrecht Multimedia, 2008 t/m 2012   eerste half jaar van 2013
Narepartitie Thuiskopie Video, 2008 t/m 2011   eerste half jaar van 2013
Repartitie Kabel Radio / Thuiskopie Audio, 2012   tweede helft van 2013
Repartitie Leenrecht Geschriften, 2013   tweede helft van 2013
Repartitie en narepartitie  Leenrecht Luisterboeken, 2009 t/m 2012   tweede helft van 2013
Repartitie Kabel TV, 2012   tweede helft van 2013
Repartitie  LiteROM, 2012   tweede helft van 2013 
Repartitie Nieuwswaarde, 2012   tweede helft van 2013
Repartitie Auteursfonds, 2011   tweede helft van 2013
Repartitie Thuiskopie Video, 2012   tweede helft van 2013 
Repartitie  Multimedia, 2013   tweede helft van 2013
Repartitie Opvoeringsrecht, 2013   tweede helft van 2013
       

Nieuwjaarsborrel Lira en VSenV

De gezamenlijke Nieuwjaarsborrel van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) en Lira vindt dit jaar plaats op zondag 10 februari 2013. Aangesloten relaties van Lira zijn welkom van 16:00 tot 18:00 uur in de Sociëteit Arti et Amicitiae aan het Rokin in Amsterdam. Begin 2013 zullen de uitnodigingen hiervoor worden verstuurd.
 

Lira’s jaarlijkse vergadering van aangeslotenen

De vergadering van stemgerechtigde aangeslotenen van Stichting Lira zal plaatsvinden op zaterdagmiddag 1 juni 2013 in de Industrieele Groote Club op de Dam in Amsterdam. 

In verband met de tijdsduur wanneer in gezamenlijkheid wordt vergaderd, zal Lira’s jaarvergadering niet op dezelfde dag als de jaarvergadering van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) en haar afdelingen plaatsvinden. Dit in tegenstelling tot voorgaande jaren. 

Direct aansluitend op Lira’s vergadering wordt er als gebruikelijk een inhoudelijk programma verzorgd. Vorig jaar was dit een levendig debat over de vraag of het wenselijk is om het uitlenen van e-books onder het wettelijke leenrechtstelsel te brengen. Heeft u ideeën over actuele onderwerpen? Wij horen het graag via lira@cedar.nl onder vermelding van programma Lira’s jaarvergadering. 

De dag wordt net als voorgaande jaren afgesloten met een borrel en een dinerbuffet. Het volledige programma en het jaarverslag zijn vanaf mei 2013 te vinden op de website www.lira.nl. Rond die tijd zullen ook de uitnodigingen worden verstuurd.

SB


Lira Scenarioprijs 2013

Op donderdag 12 september 2013 zal voor de elfde maal de Lira Scenarioprijs worden uitgereikt in het West-Indisch Huis in Amsterdam.

De Lira Scenarioprijs is de grootste scenarioprijs in het Nederlandse taalgebied en wordt sinds 1993 eens per twee jaar uitgereikt. De prijs wordt om het jaar toegekend aan een scenarioschrijver van een algemeen of specifiek dramatisch genre. De winnaar ontvangt € 15.000,-.

De prijs in 2013 gaat naar het beste Nederlandse historische drama dat zijn tv-première heeft gekregen tussen 2009 en 2012 via uitzending op de Nederlandse televisie. In de loop van 2013 zullen de genomineerden bekend worden gemaakt.

 

Lira Fonds-aanvragen voor culturele gelden in 2013

De adviescommissie van het Lira Fonds die de culturele aanvragen bij het Fonds beoordeelt en die bestaat uit vier externe deskundigen en twee leden van het Lira Fonds-bestuur, vergadert zes keer per jaar, en wel in de regel op de eerste donderdag van elke even maand. In het jaar 2013 wordt er volgens dit schema vergaderd op 7 februari, 4 april, 6 juni, 1 augustus, 3 oktober en 5 december.

Mocht een vergadering op de geplande dag geen doorgang kunnen vinden, dan wordt alsnog een aantal dagen later vergaderd.

Aanvragen dienen uiterlijk drie weken voor de betreffende vergadering ten kantore van Lira in Hoofddorp te zijn ontvangen, in achtvoud, met een ingevuld aanvraagformulier, een beschrijving van het project, een duidelijke begroting en cv's van betrokken auteurs. Het zij nog maar eens met nadruk gezegd: omdat het Lira Fonds veelal auteurshonoraria financieel ondersteunt, dienen deze op de begroting met naam en bedrag gespecificeerd voor te komen. Anders ontbreekt een subsidiabele post en pakt het besluit vrijwel zeker negatief uit. Nadere informatie over een en ander is te vinden op www.lira.nl/lirafonds en telefonisch te verkrijgen bij Bart Schomaker die het secretariaat over het Fonds voert: telefoon 023 799 7807 of per e-mail: bart.schomaker@cedar.nl.



Controle van uw werken in de Lira webportal

In 2011 heeft Lira een webportal gelanceerd. Hiermee hebben relaties van Lira de mogelijkheid gekregen om onder andere contact -, werk- en financiële gegevens in te zien en eventueel aan te passen. Maar ook om hun aansluitovereenkomst of repartitiefacturen en –specificaties digitaal op te vragen en te bekijken.

Controle van uw werken in de Lira webportal

Veel relaties zijn positief over de portal. De meeste schrijvers, vertalers en journalisten vinden de portal een eenvoudige en snelle manier om hun gegevens te controleren en waar nodig te corrigeren. Met name tijdens het laatste kwartaal, het moment waarop Lira doorgaans de beschikbare vergoedingen uitkeert, wordt de portal goed bezocht. De portal geeft een actueel inzicht in de betalingen, en de bijbehorende repartitiefacturen en specificatie worden op de portal digitaal ter beschikking gesteld.

Het afgelopen jaar ontvingen wij vragen over het uitblijven van de controlespecificaties die wij voorheen altijd verzonden voorafgaand aan de repartities. De portal maakt de (papieren) controlespecificatie overbodig. Onze relaties hebben immers nu te allen tijde actueel inzicht in de werken die bij ons bekend zijn en zij kunnen deze wanneer dat hun uitkomt, aanpassen en/of aanvullen. 

Ons systeem wordt periodiek aangevuld met boektitels die nieuw beschikbaar zijn via de Nederlandse Bibliotheek Dienst (NBD). Het is belangrijk dat deze werken en aandelenpercentages juist in ons systeem staan, omdat de hoogte van de vergoedingen aan de hand van deze gegevens berekend wordt.

Graag nodigen wij u daarom uit één of meerdere keren per jaar via de portal na te gaan of uw aandelen en werken goed in ons systeem zijn verwerkt. Om u te helpen zullen wij voortaan tenminste één keer per jaar een e-mail sturen waarin wij u oproepen om uw werkenoverzicht te controleren op juistheid. Zo kunnen wij samen met u zorgen dat de vergoedingen snel en correct worden verdeeld over alle rechthebbenden.

SB



Uitkeringen voor digitale krantenarchieven

Lira heeft eind november 2012 bij de journalistieke repartitie een start gemaakt met de uitkering van vergoedingen voor digitale krantenarchieven.

Uitkeringen voor digitale krantenarchieven  

In 2010 heeft Lira een collectieve overeenkomst gesloten met de Koninklijke Bibliotheek (KB) voor het online tonen van hun krantenarchief. Wij hebben hierover met regelmaat bericht in het Lira Bulletin. Ook in de komende tijd zal Lira in gesprek blijven met digitaliserende instellingen over collectieve regelingen. Zo verwachten wij in de toekomst vergoedingen te kunnen uitkeren voor alle landelijke, regionale en lokale archieven waarin werken van freelance journalisten (uit kranten en tijdschriften) worden getoond.

De verdeling van geïncasseerde gelden is altijd mede afhankelijk van de gegevens waarover Lira beschikt. De collectieve licentieverlening voor het krantenproject van de KB heeft betrekking op vele miljoenen artikelen en de vergoedingen zijn beperkt tot relatief lage lumpsumbedragen. Omdat een titelspecifieke uitkering daarmee onmogelijk is, heeft Lira gekozen voor een next best-oplossing: een combinatie van een ‘basisuitkering’ aan alle bij ons bekende freelance journalisten (zowel aangeslotenen als niet-aangeslotenen) die voor hun bijdragen aan kranten een reprorechtvergoeding ontvangen -met daarnaast een mogelijkheid tot claimen. Daarmee komen de vergoedingen tegen geringe kosten terecht bij de doelgroep die in belangrijke mate overeenkomt met de bij het krantenarchief betrokken rechthebbenden. 

Komt werk van uw hand meer dan honderd maal voor in het krantenarchief van de KB? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor een aanvullende uitkering. Wij ontvangen graag uw claim via het opgavenformulier op onze site. Wanneer wij uw opgave vóór 31 maart 2013 ontvangen, kunnen wij bij de journalistieke uitkeringsronde in 2013 tot uitkering overgaan.

HV



De toekomst van Lira's Theatherteksten

Begin 2011 is er door het bestuur van Stichting Lira besloten om te stoppen met de webdienst Lira Theaterteksten. Na deze beslissing is Lira met het Theater Instituut Nederland (TIN) in gesprek gegaan om de mogelijkheden tot overname met hen te verkennen.

Op de website www.liratheaterteksten.nl kunnen toneelschrijvers hun teksten digitaal aanbieden. In tegenstelling tot de oorspronkelijke doelstelling is er, op basis van een analyse van Adviesbureau Scompany, begin 2011 besloten om de webdienst niet uit te breiden met opvoeringslicenties. Dit besluit, samen met het feit dat de website in de huidige vorm een verliesgevende exploitatie is, heeft er uiteindelijk toe geleid dat er is besloten om met de gehele website te stoppen. 

Vanaf dat moment is Lira op zoek gegaan naar een goede thuishaven voor theaterteksten.nl. TIN bleek geïnteresseerd in overname van de website. Voor het TIN als sectorinstituut, informatiecentrum en erfgoedinstelling zou de website goed kunnen aansluiten bij hun doelstellingen. Maar als gevolg van de bezuinigingen op cultuur wordt TIN per 1 januari 2013 opgeheven. De theatercollectie wordt ondergebracht bij de Universiteit van Amsterdam en de TIN mediatheek wordt opgenomen in de Universiteitsbibliotheek van de UVA. 

Daarop heeft de Vereniging van Letterkundigen (VvL) aangegeven mogelijk geïnteresseerd te zijn in (onderdelen van) de website. Zij onderzoeken momenteel de mogelijkheden om de website in stand te houden. Theaterauteurs die momenteel actief zijn op de website worden begin 2013 persoonlijk op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen.

SB

 

Nieuwe thuiskopieregeling per 1 januari 2013

De thuiskopieregeling wordt per 1 januari 2013 aangepast. Vanaf dan vallen ook smartphones, laptops, tablets, PC’s, HDD-recorders, settopboxen, audio- en videospelers en externe harddisks onder de thuiskopieregeling. De nieuwe regeling wordt vooralsnog voor één jaar ingevoerd.

Nieuwe thuiskopieregeling per 1 januari 2013  

De bevriezing 2007-2012

In Nederland was de thuiskopieregeling sinds 2007 bevroren door de Minister van Justitie. Het gevolg van de bevriezing was dat de thuiskopieregeling, die bedoeld is om de rechthebbenden billijk te compenseren voor privékopieën die gemaakt worden van hun werk op welke drager dan ook (artikel 16c Auteurswet spreekt van voorwerpen bestemd om een werk ten gehore te brengen, te vertonen of weer te geven) alleen maar betrekking had op bandjes, CD’s en DVD’s.

Omdat consumenten sinds 2007 steeds meer zijn gaan kopiëren op andere voorwerpen, zoals smartphones en tablets, dalen de inkomsten uit de regeling voor rechthebbenden al jaren dramatisch. De gevolgen hiervan zijn voor de scenarioschrijvers en bewerkers van audiovisuele werken wier belangen Lira behartigt, in de afgelopen periode pijnlijk voelbaar geweest. Omdat Stichting De Thuiskopie zich genoodzaakt zag om een reservering aan te leggen, heeft Lira bij de repartitie in 2012 slechts een gedeelte van de incasso 2011 ontvangen en was de repartitie daarmee nog lager dan de laatste jaren gebruikelijk.

Het Hof in Den Haag heeft in maart 2012 de bevriezing van het thuiskopiestelsel door de Staat als onrechtmatig beoordeeld en bevestigd dat de Staat aansprakelijk is voor de door de rechthebbenden geleden schade. In aparte procedures zal de hoogte van de schade over de jaren 2007-2012 moeten worden bepaald. De Staat heeft cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.

Intussen heeft Staatssecretaris Teeven een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) uitgevaardigd met een aanpassing van de thuiskopieregeling vanaf 2013 voor meerdere apparaten en met nieuwe bijpassende tarieven, die te vinden zijn op de website van Stichting de Thuiskopie.

 

Regeling doet onvoldoende recht aan geleden schade 

Hoewel Lira verheugd is dat de thuiskopieregeling na jaren van bevriezing eindelijk wordt aangepast, sluiten wij ons aan bij de kanttekeningen zoals verwoord door Cees Vervoord, bestuursvoorzitter van Stichting de Thuiskopie: 

“Stichting De Thuiskopie is teleurgesteld over de hoogte van de tarieven en de duur van de AMvB. De netto opbrengst van het nieuwe systeem zal naar verwachting rond de 27 miljoen euro per jaar liggen, gelijk aan het in 2005 door Thuiskopie geïncasseerde bedrag. In de tussenliggende jaren zijn consumenten echter alleen maar meer gaan kopiëren; een steeds groter aandeel in de consumptie van audio- en audiovisuele producten bestaat volgens onderzoek uit het beluisteren en bekijken van thuisgekopieerde werken.” 

Op basis van een internationale benchmark, die mede verricht werd om de schade over de afgelopen jaren vast te stellen, zou het in Nederland werkelijk vanwege het thuiskopiëren te incasseren bedrag rond de 65 miljoen euro per jaar moeten liggen. Stichting de Thuiskopie hoopt dat de industrie, vertegenwoordigd in SONT, komend jaar alsnog meer realistische tarieven zal accepteren en roept in navolging van SONT ook de regering op zich gedurende het komende jaar te bezinnen op de hoogte van de nu vastgestelde vergoedingen. 

Inmiddels hebben verschillende computer- en telefoonfabrikanten, waaronder Acer, HP, Dell, Hewlett-Packard en Imation, de Nederlandse Staat en Stichting De Thuiskopie gedagvaard over de vaststelling van de nieuwe thuiskopieheffingen.

SB



Ximon

Begin april 2011 is Ximon.nl, een online videoservice met een omvangrijke catalogus van Nederlandse films, documentaires en televisiedrama’s, gelanceerd. Ximon is een initiatief van EYE Film Instituut Nederland, het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en de Filmproducenten Nederland. Het initiatief komt voort uit het nationale digitaliseringproject Beelden voor de Toekomst.

Als Video-On-Demand (VOD) aanbieder hanteert Ximon verschillende betalingsmodellen voor de consument. Kijkers kunnen kiezen voor pay-per-view en een film of aflevering van een serie op ieder gewenst moment tegen betaling van een bedrag tussen de € 1,50 en € 4,95 bekijken via www.ximon.nl. Daarnaast biedt Ximon een prepaid optie, waarbij kijkers een tegoed kunnen aanschaffen dat enkele jaren geldig blijft en dat ten opzichte van de pay-per-view-prijzen korting biedt. Ook een abonnement behoort tot de mogelijkheden: voor € 9,50 per maand kan een consument duizenden films en series bekijken op het apparaat van zijn keuze (TV, PC, iPad of mobiele telefoon), waar en wanneer hij maar wil.

Lira heeft, samen met andere rechtenorganisaties Buma (componisten en tekstdichters), Vevam (regisseurs), Norma (acteurs) en Sekam Video (producenten) een overeenkomst met Ximon gesloten waarmee een deel van opbrengsten terugvloeit naar makers en uitvoerend kunstenaars. De overeenkomst met Ximon is de eerste overeenkomst met een aanbieder van VOD-diensten. Samen met de andere betrokken rechtenorganisaties van makers en uitvoerend kunstenaars is Lira in gesprek met andere VOD-aanbieders over collectieve vergoedingen.

Inmiddels heeft Lira de eerste vergoedingen ontvangen van Ximon. Gezien de hoogte van het ontvangen bedrag, nog geen tweehonderd euro, hebben wij ervoor gekozen om de incasso over 2011 toe te voegen aan de kabelincasso en op die manier te verdelen. Een titelspecifieke uitkering van zo’n luttel bedrag over meer dan duizend titels zou in deze fase verhoudingsgewijs onaanvaardbare kosten met zich mee brengen.

Ximon bouwt verder aan de catalogus en de mogelijkheden om de filmwerken via verschillende apparaten te bekijken. Lira houdt de ontwikkelingen scherp in de gaten. Zodra het niveau van de totale VOD-incasso dat toelaat, zal Lira zich beraden op individuele uitkeringen per titel.

HV



Hoe kom ik aan hulp en advies?

Voor zaken die Lira, de repartities en het aansluitingscontract tussen een auteur en Lira betreffen: neem contact op met de Stichting Lira, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp; bezoekadres: Kruisweg 793-795, 2132 NG Hoofddorp; tel: 023-870 0202; e-mail: lira@cedar.nl; website: www.lira.nl.

Voor gewone adviezen over contracten en dergelijke: word lid van één van de afdelingen van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, tel: 020 624 0803, e-mail: bureau@vsenv.nl. Literaire, toneel- en verwante auteurs zijn welkom bij de afdeling Vereniging van Letterkundigen (www.vvl.nu), schrijvers van tv-drama en filmscenarios zijn welkom bij het Netwerk Scenarioschrijvers (www.netwerkscenario.nl).

Of word als freelance-journalist lid van de FreeLancers Associatie (FLA) voor freelance-journalisten, afdeling van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) (www.fla.nl), of – naar keuze – van de Sectie freelance van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), Johannes Vermeerstraat 22, Amsterdam, telefoon: 020 676 6771; www.nvj.nl

Voor juridische adviezen en hulp in professionele geschillen met uitgevers, omroepen, andere producenten en andere gebruikers van iemands werk, bijvoorbeeld wanneer een contract niet wordt nageleefd of wanneer inbreuk wordt gepleegd op iemands auteursrechten: zorg voor aansluiting bij de Stichting Lira door het ondertekenen van een aansluitingscontract of word lid van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) of word lid van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) of word lid van de Vereniging van Educatieve Auteurs (VvEA). 

Leden van de NVJ doen een beroep voor rechtskundige bijstand op de juridische dienst van de NVJ. Leden van de VSenV, leden van de VvEA en aangeslotenen van Lira die geen lid zijn van de NVJ, sturen bij een conflict een schriftelijk verzoek om financiële ondersteuning (met relevante stukken zoals het contract en relevante correspondentie) naar het bestuur van de Stichting Rechtshulp Auteurs, p/a Bureau van de VSenV, De Lairessestraat 125, 1075 HH Amsterdam, tel: 020 624 0803, e-mail:rechtshulp@vsenv.nl

Het kernbegrip voor aanvragen bij Rechtshulp Auteurs is professioneel geschil, dat wil zeggen: een conflict als auteur (en niet in een andere hoedanigheid) met een wederpartij. Rechtshulp geeft geen adviezen over het sluiten van contracten, dat is het werkterrein van de beroepsverenigingen. Rechtshulp ondersteunt ook geen geschillen die al heel oud zijn, of geschillen waarbij de auteur zelf al een advocaat heeft betrokken, of geschillen die niet of slechts heel indirect met het auteurschap te maken hebben. 

Het bestuur van de Stichting Rechtshulp Auteurs vergadert maandelijks om de aanvragen aan de hand van een reglement te beoordelen. Bij een positief besluit wordt de aanvrager doorverwezen naar een aantal advocaten, met wie de stichting langdurig relaties onderhoudt. In dat geval wordt maximaal de eerste 1000 euro (plus de BTW) aan advocaatkosten voor 100% door de stichting vergoed. Indien Rechtshulp besluit na het advies verdere acties te ondersteunen, wordt bij kosten boven de eerste 1000 euro een eigen bijdrage van 5% over het meerdere gevraagd. In de regel zullen de kosten van eenvoudige adviezen van een advocaat niet hoger dan 1000 euro zijn; in dat geval zijn zij dus voor de cliënt gratis. Blijkt de zaak wat ingewikkelder en stijgen de kosten tot meer dan 1000 euro (bijvoorbeeld door de noodzaak van een gerechtelijke procedure), dan treedt bij voortgezette steun de 5%-eigen-bijdrageregeling in werking, gerekend over de advocaatkosten.

Lira-aangeslotenen kennen boven de eerste 1000 euro daarnaast een eigen risico van 250 euro dat echter kan komen te vervallen, indien zij lid worden van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) of van de Vereniging van Educatieve Auteurs (VvEA). 

Tot slot: als uit een juridische actie een opbrengst voortvloeit van meer dan 4500 euro, dan geldt een terugbetalingsregeling van 10% van dat meerdere tot maximaal de bijdrage die door Rechtshulp voor advies en procedure is betaald.

Bent u scenarioschrijver of toneelschrijver en wilt u dat de onderhandelingen over al uw contracten gedaan worden door een deskundig onderhandelaar: word dan als scenarioschrijver lid van het Netwerk Scenarioschrijvers (een afdeling van de VSenV) of als toneelschrijver van de Vereniging van Letterkundigen en/of zorg voor aansluiting bij Lira door een aansluitingscontract te ondertekenen, en meldt u vervolgens bij het Contractenbureau, Postbus 15530,  1001 NA Amsterdam; bezoekadres: Keizersgracht 604, Amsterdam, tel: 020-530 55 05; e-mail: office@contractenbureau.nl. De twee advocaten die voor het Contractenbureau werkzaam zijn, voeren namens u overeenkomstig uw wensen de individuele onderhandelingen met producenten, omroepen en toneelgezelschappen tegen (voor u als aangeslotene bij het Contractenbureau) een vergoeding van 7% van de waarde van de overeenkomst die zij tot stand weten te brengen en 2% van eventuele nakomende inkomsten op het contract.

KH

 

Lira Fonds: nieuwe aanvragen in 2013

Wat is Lira?

De Stichting Literaire Rechten Auteurs (Lira) int en verdeelt voor auteurs en journalisten bestemde kabelgelden, thuiskopievergoedingen, leenrechtgelden, reprorechtgelden en andere soorten auteursrechtelijke gelden.

Met uitzondering van voorlopig nog gelden voor journalistieke werken wordt in de regel op deze gelden, naast een inhouding voor administratiekosten, niet meer dan 10% ingehouden ten behoeve van sociale en culturele doeleinden, zogeheten socu-gelden.

Afhankelijk van het moment waarop ook op uitkeringen voor journalistieke werken een inhouding plaats gaat vinden voor sociale en culturele doelen, wordt ernaar gestreefd ook voor de journalistieke aangeslotenen mogelijkheden te creëren om via het Lira Fonds gebruik te maken van aantrekkelijke collectieve voorzieningen.
 

Wat is de Stichting Lira Fonds?

De Stichting Lira Fonds beheert en besteedt de ingehouden gelden die bestemd zijn voor sociale en culturele doeleinden. 

Uit de sociale gelden worden kosten bestreden die verbonden zijn met ondersteunde organisaties die structureel of incidenteel algemene of specifieke belangen van schrijvers en vertalers en hun beroepsuitoefening behartigen. Aanvragers zijn organisaties of instellingen – geen privé-personen – die aan belangenbehartiging doen of een duidelijk daarmee verbonden taak vervullen. Over zogeheten sociale aanvragen wordt door het bestuur van het Lira Fonds besloten.

Culturele gelden worden door het bestuur van het Lira Fonds verdeeld in de vorm van bijdragen aan activiteiten onder meer op het gebied van literatuur, theater en in een enkel geval audiovisuele producties op het literaire terrein. Het bestuur wordt daarin bijgestaan door een Adviescommissie bestaande uit vier externe deskundigen en twee leden van het Lira Fonds-bestuur.

Sinds kort bestaat er op beperkte schaal voor producenten ook een mogelijkheid financiële ondersteuning te verkrijgen voor het in een vreemde taal ondertitelen van hoogwaardig Nederlands tv-drama waarmee vervolgens promotie wordt bedreven om het werk in het buitenland bekend te maken.

De Adviescommissie vergadert eenmaal per twee maanden en brengt advies uit over de binnengekomen culturele aanvragen aan het bestuur van het Lira Fonds. Uitgebrachte adviezen worden in de regel conform het advies door het bestuur van het Lira Fonds bekrachtigd en daarmee tot besluiten gemaakt.

Zie voor het actuele beleid de website van het Lira Fonds: www.lira.nl/lirafonds
 

Wat zijn de doelstellingen van de culturele tak van het Lira Fonds?

In het algemeen gesproken: het stimuleren van het tot stand komen en uitdragen van Nederlands literair, literair-dramatisch en muziekdramatisch werk en daarop gebaseerde producties van velerlei aard. Bijzondere aandacht gaat uit naar projecten die moeilijk binnen de voorwaarden van de bestaande overheidsfondsen zijn in te passen. Het belangrijkste criterium voor subsidiëring is kwaliteit. 
 

Wie kunnen voor culturele bestemmingen subsidie aanvragen?

In het algemeen kunnen alleen rechtspersonen (verenigingen, stichtingen en soortgelijke verbanden) subsidie aanvragen uit de culturele gelden, geen individuele personen. De subsidies zijn veelal bestemd als bijdrage aan professionele auteursvergoedingen, zoals auteurshonoraria voor literaire manifestaties, schrijfopdrachten, toneelvertalingen e.d. ten behoeve van incidentele projecten. Zij worden alleen gegeven ter dekking van een tekort op de begroting. Niet gehonoreerd worden aanvragen voor debutanten, amateurproducties en culturele vormingsprojecten. Grote toneelgezelschappen worden geacht te putten uit hun eigen schrijversbudget.

Subsidies worden verleend in de vorm van een garantiesubsidie waarop eventueel een voorschot mogelijk is.
 

Hoe een culturele subsidie aan te vragen?

Aanvragen dienen uiterlijk 3 weken voor de vergaderingen van de Adviescommissie in achtvoud te worden ingediend bij het bureau van de Stichting Lira Fonds en voorzien te zijn van het per 1 januari 2007 ingevoerde nieuwe aanvraagformulier, een beschrijving van het project met – indien aanwezig – graag een tekst of tekstfragment, een duidelijke begroting en cv's van de auteurs voor wie geld wordt gevraagd. Indien het om een theaterproject gaat, verwacht de adviescommissie dat de naam en het adres van de auteur op het aanvraagformulier zijn ingevuld, zodat ook hij/zij geïnformeerd kan worden. Nadere informatie over een en ander is te vinden op www.lira.nl/lirafonds.

De vergaderingen van de adviescommissie worden in de regel steeds op de eerste donderdag van de even maanden gehouden. In het jaar 2013 komt de adviescommissie volgens dit schema bij elkaar op 7 februari, 4 april, 6 juni, 1 augustus, 3 oktober en 5 december.

Mocht een vergadering geen doorgang kunnen vinden, dan wordt alsnog iets later vergaderd.

KH

 

Stichting Rechtshulp Auteurs

In 1990 richtte de Stichting Lira samen met de Vereniging van Letterkundigen (inmiddels opgegaan in de Vereniging van Schrijvers en Vertalers) de Stichting Rechtshulp Auteurs op. Het doel was ‘financiële ondersteuning te bieden aan schrijvers en vertalers die bijstand of bemiddeling van juridische of boekhoudkundige aard behoeven in conflicten die verband houden met hun auteurschap’.

Wie VSenV-lid of Lira-aangeslotene is, kan een beroep op de SRA doen. Een eerste advies wordt tot € 1000 geheel vergoed. Is daarna nog verdere bemiddeling nodig en besluit het SRA-bestuur deze te vergoeden, dan wordt een eigen bijdrage van 5% in de (meestal: advocaat-) kosten gevraagd. Vloeit uit een juridische actie of bereikte schikking een opbrengst van meer dan € 4500 voort, dan geldt een terugbetalingsregeling van 10% van dat meerdere, tot maximaal de bijdrage die de SRA heeft geleverd.
 

Algemeen belang

Voorwaarde voor rechtshulp is onder meer dat de uitkomst van de procedure in beginsel van belang is voor de hele beroepsgroep waartoe de aanvrager behoort, bij de toekenning als volgt uitgedrukt: ‘Wij waarderen het dat u wilt opkomen voor uw auteursrechten. Onze steun wordt mede ingegeven door de verwachting dat uw actie bijdraagt aan een sterkere rechtspositie van uw beroepsgroep.’

Ook leden van de Vereniging van Educatieve Auteurs komen onder vergelijkbare voorwaarden in aanmerking voor SRA-steun, die sinds 1 januari 2010 wordt bekostigd uit het Auteursfonds Reprorecht, dat Lira per die datum op verzoek van de Stichting Reprorecht in beheer heeft genomen. De bijdragen aan de SRA uit Lirafonds en Auteursfonds variëren per jaar, maar de juridische steun aan auteurs en vertalers beloopt niet zelden meer dan € 100.000 in een jaar.

Wel kan zonder overdrijving worden gesteld dat het geld goed besteed is, want in verreweg de meeste gevallen waarin bij de SRA om steun wordt aangeklopt, loopt het geschil voor de betrokkene uiteindelijk gunstig af.
 

Persoonlijk belang

Behalve het belang voor de beroepsgroep wordt ook het financiële belang van de aanvrager zelf meegewogen. Al is daarmee niet gezegd dat de SRA beducht is om kosten te maken. Auteurs en vertalers zijn immers in het krachtenveld met uitgevers, producenten, omroepen, instellingen vaak de onderliggende partij, die zich moeilijk kan veroorloven ‘zijn recht te halen’. Een kwaadwillende wederpartij die zich van deze scheve verhouding bewust is, speculeert maar al te graag op de vermeende zwakte van de ander. Waarom zou je een schrijver of vertaler geven wat hem toekomt als deze zich voor een relatief gering bedrag of belang toch niet kan veroorloven juridische bijstand in te roepen? In zo’n geval is het een uitkomst dat de SRA zich nu juist wel kan veroorloven ‘principieel’ te zijn. Bovendien – zo is de gedachte achter steun in geschillen over een relatief gering belang – heeft de SRA een afschrikwekkende of zo u wilt ‘vormende’ uitwerking op potentiële zondaars.

In een ideale wereld zou de SRA zich hiermee uiteindelijk overbodig moeten maken, maar hoewel het opvoedende effect zeker aanwezig is, mag het ook weer niet worden overschat. Dat komt vooral omdat de boosdoeners zo vaak geen geheugen hebben. Bij een omroep of producent of uitgever zitten de volgende keer weer nieuwe mensen die niet weten dat hun wangedrag allang al eens is afgestraft en die het doodleuk weer proberen.
 

Professioneel geschil

Het kernbegrip voor aanvragen bij de SRA is als gezegd een ‘professioneel geschil’, oftewel een conflict als auteur (en niet in een andere hoedanigheid) met een wederpartij. De SRA geeft geen adviezen over het sluiten van contracten – dat is het werkterrein van de beroepsverenigingen als VSenV en NVJ. De SRA ondersteunt ook geen geschillen die al oud zijn of waarbij de auteur zelf al een advocaat heeft betrokken, of geschillen die niet of alleen heel indirect met het auteurschap te maken hebben.

Het SRA-bestuur vergadert maandelijks om aan de hand van het reglement de aanvragen te beoordelen. In het bestuur van de SRA hebben ook bestuursleden van de Stichting Lira zitting. Het SRA-reglement is te raadplegen op de VSenV website. Bij een positief besluit wordt de aanvrager meestal doorverwezen naar een van de advocaten met wie de stichting langdurig relaties onderhoudt.
 

Concreet

Tot slot nog enkele concrete cijfers, als voorbeeld uit het jaar 2011: in dat jaar ontving de SRA bijna dertig verzoeken om (voortgezette) steun in een (dreigend) juridisch conflict. De aanvragers waren aangesloten bij LIRA en/of kwamen uit alle geledingen van de VSenV, plus de Vereniging van Educatieve Auteurs. Het betrof in alle gevallen een conflict dat direct verband hield met de uitoefening van het vak als auteur. Eén aanvrager voldeed niet aan de formele eisen en werd om die reden afgewezen. Eén andere aanvraag was afkomstig van een bijzonder lid dat als erfgenaam optrad voor de rechten van een overleden auteur.

Het merendeel van de aanvragen betrof juridisch advies inzake een conflict met een rechtstreekse opdrachtgever en/of uitgever. Achterstallige betalingen, niet-nakoming van contractuele verplichtingen en faillissementen van opdrachtgevers/uitgevers kwamen – zoals ook in eerdere jaren – regelmatig voor. Vaak konden deze conflicten na een eerste advies van een advocaat worden opgelost. Dreigen hielp, ook in 2011.

In enkele gevallen kwam het tot een vervolgprocedure, bijvoorbeeld bij een auteur die virtueel (op internet) werd gestalkt. Dankzij de SRA-steun wist de advocaat de identiteit van de stalker te achterhalen en de provider te dwingen maatregelen te nemen tegen de verspreiding van negatieve berichten.

Enkele zaken die de stichting in 2011 behandelde, dateerden al uit voorgaande jaren, zoals een zaak van een educatieve auteur die al jaren probeert zijn auteursrecht op een bepaalde lesmethode te gelde te maken. Met deze slepende zaak is relatief veel geld gemoeid, zowel qua juridische bijstand als qua mogelijk rendement. De SRA heeft besloten de zaak ondanks de oplopende kosten te blijven steunen, gezien het principiële belang dat ermee gemoeid is. Wel werd (ook) in deze zaak duidelijk dat de handelwijze van een auteur zelf negatief kan uitpakken (i.c. liet de auteur de zaak met een eerste advocaat teveel sloffen, zodat later een andere advocaat moest worden ingeschakeld). Ook in een andere kwestie werd duidelijk dat een auteur uiteindelijk ook in de problemen kan komen door zijn of haar eigen naïeve opstelling tijdens (contractuele) onderhandelingen. Een van de bestuursleden merkte naar aanleiding van deze zaak op dat de leden van de VSenV – schrijvers, vertalers, dichters, scenaristen, journalisten en (educatieve) auteurs – professionals zijn die zich ook op die manier moeten gedragen. Zeker in een tijd dat (het belang van) cultuur ernstig aan twijfel onderhevig is en iedereen ondernemer moet worden, is het van groot belang dat auteurs hun professionele standaard in de gaten houden en ook hun zakelijke vaardigheden op peil houden.

RV

 

Vrolijk Dramaastricht

Over de uitreiking van de Edmond Hustinxprijs en het festival Dramaastricht

Vrolijk Dramaastricht

In dezelfde zaal waar de jonge Robert Alberdingk Thijm jaren geleden als onderdeel van een onsuccesvolle auditie voor de Toneelschool Maastricht, onder een stoel had zitten bibberen, mocht hij nu de Edmond Hustinxprijs 2012 in ontvangst nemen voor het schrijven van series als de Daltons, Dunya & Desie en Adam & Eva. 

De Edmond Hustinxprijs is een schrijversprijs voor drama in de lage landen die wordt toegekend voor toneel of radio- of televisiedrama en is bedoeld als aanmoedigingsprijs voor een professionele auteur. Om de twee jaar wordt de prijs van 6.000,- euro toegekend, de ene keer aan een Vlaamse auteur en de andere keer aan een auteur uit Nederland, waarbij een jury van in totaal vier personen wordt aangetrokken waarvan de voorzitter lid is van het bestuur van de Stichting Dramaastricht.

Juryvoorzitter Kees Holierhoek roemde op gezag van de drie juryleden, Maria Goos, Willem Capteyn en het Vlaamse lid Toon Brouwers, Thijms fijnzinnigheid, zijn indrukwekkende ontwikkeling als schrijver en zijn betrokkenheid bij zijn vak als scenarist, als docent, als script-editor, als creatief producent en als belangenbehartiger in het Netwerk voor Scenarioschrijvers. In het schrijven zelf bewonderde de jury onder andere de manier waarop Thijm gebruikt maakt van het contrapunt en hoe hij daarin 'steeds beter' lijkt te weten hoe 'de coquilles Saint Jacques met een hutspotje af te wisselen.' 

Thijm ontving de prijs op de tweede dag van Dramaastricht, de tweejaarlijkse bijeenkomst van Nederlandstalige toneel- en tv-dramaschrijvers uit België en Nederland, waarbij gedurende drie dagen lezingen worden gehouden en stukken worden gespeeld rondom een thema. Dit jaar was dat thema 'De oprukkende grap'. Er werd gesproken over de cabaretiers in en buiten het toneel, in hoeverre in het theater humor nodig was om publiek te trekken en over het gebrek aan politieke grappen in Nederland.

Interessant werd het toen de jonge toneelspelers uit België en Nederland aan bod kwamen. Zij zetten het publiek tot denken aan in een stuk waarin de rollen van vrouwen waren omgedraaid, maakten ons aan het lachen in een verhaal over Europa, waarbij twee jonge actrices een hele vlaai naar binnen wisten te werken en lieten ons eenzaamheid voelen in een film noire-achtige monoloog van een vrouw die gedroomd had van een jonge Arnold Schwarzenegger in een klein zwembroekje die van een duikplank moest springen op een jacht en daarbij vrij ongelukkig terecht was gekomen.

'Scenarioschrijven is je dingen herinneren die helemaal niet gebeurd zijn,' schijnt Robert Alberdingk Thijm eerder gezegd te hebben. Zijn prijsuitreiking en het beeld van Schwarzenegger in een miniem badkostuum leverden voor deze schrijver een aantal prachtige nieuwe Maastrichtse herinneringen op, van verhalen die wel en niet hadden plaatsgevonden.

TB



Bestuur en bureau van de Stichting Lira

De Stichting Lira, opgericht op 23 oktober 1986, beheert als auteursrechtorganisatie op collectieve wijze auteursrechten en op het auteursrecht gebaseerde vergoedingsaanspraken van schrijvers, vertalers en journalisten die door hen individueel niet, of slechts met de grootst denkbare moeite, te gelde kunnen worden gemaakt.

Postadres

Stichting Lira
Postbus 3060
2130 KB Hoofddorp

Bezoekadres:

Holland Office Center
gebouw 5, 1e etage
Kruisweg 793-795
2132 NG  Hoofddorp

Communicatie:

Telefoon: 023 870 02 02
Fax: 023 870 02 10
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl

Bankrekeningnummers

ING: 65 98 04 972
ING: 50 01 51 

Kamer van Koophandel

41205902


 

Bestuur Stichting Lira

Kees Holierhoek, voorzitter
Tijs van den Boomen, vice-voorzitter
Robert Alberdingk Thijm, secretaris
Rien Verhoef, penningmeester
Sophie Kassies, lid
Tsead Bruinja, lid
Kees Schaepman, lid

 

 

Bureau Stichting Lira (Cedar BV)

directeur: 
Hein van Leeuwen

accountmanager:
Hanneke Verschuur

beleidsmedewerker: 
Saskia Bakker

secretariaat:
Sonja Bemer
Cabriëlla Vinke

commercieel-administratief cluster: 
Charlene de Feyter, teamleider 
Marianne Bovet 
Petra Daansen 
Martin van Dam 
Talitha van Hattem
Mariska Kolman
Hicran Maaskant
Bart Schomaker 
Odile van der Tweel 
Kim Timmers-Veenstra
 

 

Colofon

Het Lira Bulletin is een uitgave van de Stichting Lira en wordt sinds nummer 34 (mei 2011) digitaal verspreid onder aangeslotenen en relaties van de Stichting Lira, ook onder de ontvangers van een leenvergoeding, waarvan de verdeling jaarlijks door Lira wordt uitgevoerd in opdracht van de Stichting Leenrecht. Wie dit Bulletin digitaal ontvangt, is daarmee niet automatisch bij Lira aangesloten. Aansluiting komt pas tot stand via een handtekening op een zogenoemd aansluitingscontract waarin de auteur bepaalde rechten zoals kabelrechten aan de Stichting Lira in beheer toevertrouwt. Aansluiting bij Lira is kosteloos.

Lira

Postbus 3060
2130 KB  Hoofddorp

Telefoon: 023 870 02 02
Fax: 023 870 02 10
E-mail: lira@cedar.nl
Website: www.lira.nl 
Website toneel: www.liratheaterteksten.nl

Redactie

Hanneke Verschuur
Tsead Bruinja
Rien Verhoef
Kees Holierhoek (eindredactie)
 

Tekstbijdragen

Saskia Bakker 
 

Illustraties

Gabriel Kousbroek
 

Ontwerp

Rutger Fuchs, Amsterdam
 

Bouw website

4net interactive, Maarn